Schorsing voor RA die ‘kennis’ adviseerde bij scheiding
Zaaknr. 18/1865
Over deze zaak publiceerde wij in februari dit artikel:
– RA adviseerde ‘kennis’ bij vechtscheiding
De accountant schreef in opdracht van een ‘vriendin’ die in scheiding ligt een rapport over de verdiencapaciteit van haar (ex-)man.
Volgens het tuchtcollege vertoonde de werkwijze van de accountant ‘ernstige tekortkomingen’. Daardoor ontberen het rapport en de conclusies ‘in meerdere opzichten een deugdelijke grondslag’.
Ook heeft de RA volgens het oordeel ‘onvoldoende waarborgen getroffen’ om te voorkomen dat zijn objectiviteit in het gedrang zou komen. Het feit dat de accountant tijdens de zitting op geen enkele wijze heeft laten zien dat zijn handelwijze onjuist was en hij de mondelinge behandeling ‘tijdverspilling’ noemde, nemen de tuchtrechters hem extra kwalijk. Temeer omdat het rapport is bestemd om te worden gebruikt in een gerechtelijke procedure.
De RA leerde de ‘vriendin’ kennen via zijn partner. Die ontmoette de vrouw en de man (klager) in 2017 in Portugal tijdens haar vakantie. De dames raakten bevriend. Ze gingen onder meer samen een weekendje naar Terschelling. Daarbij was ook de RA aanwezig. Ergens in het voorjaar vertelde de vrouw dat ze wilde scheiden. Of de RA haar niet met een paar financiële zaken wilde helpen.
De man en vrouw zijn op huwelijkse voorwaarden getrouwd. De vrouw wilde onder meer weten hoeveel alimentatie ze zou kunnen krijgen. Haar man is als zelfstandige actief als calculator in de bouw. Daarnaast verhuurt hij wat onroerend goed. Kon de RA met zijn deskundige oog niet eens kijken hoeveel hij hier nu precies mee verdiende? Dan kon die analyse dienen als onderbouwing voor een voorzieningsverzoek voor alimentatie.
De RA nam de opdracht aan. Via de advocaat van de vrouw kreeg hij de jaarstukken van de holding van de man. Op basis van de balans en de winst en verliesrekening 2017 bepaalde hij vervolgens wat de kasstroom zou kunnen zijn. Zijn conclusie: de man had op jaarbasis netto zo’n 74.000 euro beschikbaar voor privé-uitgaven. Volgens de klager is dit grotendeels nattevingerwerk. De Accountantskamer gaat hierin mee. Volgens de tuchtrechters ontbeert het rapport een deel van de informatie waarop de conclusies zijn gebaseerd. Daarnaast staat er informatie in die de RA zelf niet heeft geverifieerd.
Er staat bijvoorbeeld dat er sprake is van afspraken met de belastingdienst over de aflossing van een ‘OB-schuld’ en over de afbouw van de ‘rekening-courant DGA’. De accountant schrijft daarover dat hij heeft ‘begrepen’ dat daarover afspraken zijn gemaakt. Maar wat die afspraken dan precies behelzen, staat niet in het onderzoek. Ook had de RA beter moeten uitzoeken wat de klager nu precies voor beroep heeft. Informatie uit het handelsregister en van de ‘vriendin’ acht het tuchtcollege te summier.
Verder had de accountant zich moeten afvragen of de vriendschap een bedreiging vormde voor het zich houden aan het fundamentele beginsel van objectiviteit. Gelet op de belangen van de ‘vriendin’ bij de uitkomst van de rechtszaak kon volgens de Accountantskamer ‘niet worden uitgesloten dat de betrokkene zich bij zijn afwegingen ongepast liet beïnvloeden’.
Auteur: Jan Smit/Juridisch Persbureau Zwolle
Lees ook: 'RA had ingrijpende gevolgen rapport kunnen bevroeden'