Schildersbedrijf wankelt door ‘catastrofale fout’ RA
Zaaknr. 19/1097
Dit betoogden de directeur van deze onderneming en haar advocaat maandag bij de Accountantskamer.
Het schildersbedrijf was klant bij een administratiekantoor. De eigenaar van dit kantoor, zelf geen accountant, en een van zijn medewerksters deden de boekhouding, inclusief de maandrapportages, dit naar volle tevredenheid.
Een paar jaar geleden werd het administratiekantoor overgenomen door een accountantskantoor. De eigenaar en medewerkster verhuisden mee, evenals het schildersbedrijf. Vlak daarna ging de (inmiddels voormalige) eigenaar van het administratiekantoor met pensioen. De RA nam zijn rol over, de medewerkster bleef de administratie doen, een dag per maand, op kantoor bij het schildersbedrijf.
Januari 2018 maakte de vrouw een fout. In de maandrapportage vergat ze de post onderhanden werk ter grootte van 96.000 euro terug te boeken. Pas in januari 2019 werd dit ontdekt. Gevolg: in plaats van op ‘een bescheiden winst’ eindigde het schildersbedrijf in 2018 opeens in de rode cijfers. “Een catastrofale fout met grote gevolgen,” aldus de directeur. “Gevolgen die we hadden kunnen voorkomen. Want als we dit hadden geweten, hadden we bepaalde investeringen achterwege gelaten.”
Zowel vakinhoudelijk als op basis van de gemaakte afspraken houdt het schildersbedrijf de RA voor de fout verantwoordelijk. “Hij – de RA, red. – zou de maandrapportages bekijken. Dit staat in de opdrachtbevestiging en is ook bij de wisseling van de wacht zo gecommuniceerd. Als dat niet zo zou zijn geweest, waren we nooit mee verhuisd.”
Ook steekt het klagers dat de RA, nadat de fout eenmaal aan het licht kwam, weinig actie zou hebben ondernomen. Via een e-mail van de medewerkster werd het schildersbedrijf op de hoogte gebracht. “Ik vond dat bizar en heb aangedrongen op een afspraak”, aldus de directeur. “Maar hij kon steeds niet en stelde ook nog eens allerlei eisen. Op een gegeven moment was ik het zat en heb ik het opgegeven.”
Dat hij na de ontdekking niets zou hebben gedaan, ontkent de RA. Niet hij, maar de directeur had allemaal noten op zang, riposteerde de accountant.
Volgens de raadsman van beklaagde treft zijn cliënt geen blaam. “Een maandrapportage is managementinfo. Dat zijn geen externe stukken, ze vallen noch onder assurance noch onder het controlewerk en dus ook niet onder de verantwoordelijkheid van een accountant. Als uw Kamer daar anders over denkt, horen wij het graag.”
Ook is volgens de advocaat niet afgesproken dat, zoals de klagers beweren, de accountant de maandrapportages zou bekijken voordat deze naar het schildersbedrijf zouden worden gestuurd. “De directie vond dat niet nodig. En als dat wel zo zou zijn, waarom zie ik dan geen e-mails of andere documenten als bewijs bij de bijlages?” Volgens de raadsman bestaat daarvoor maar een reden: “Omdat die e-mails er niet zijn.”
Dat de RA niet verantwoordelijk is voor de fout van een medewerkster, daarvan leken niet alle leden van de tuchtraad overtuigd. Waarop baseerde de accountant dit?, wilde een van hen weten. “In feite is dit een zekere vorm van detachering. De medewerkster doet de administratie bij de klant op kantoor. De verantwoordelijkheid ligt dan bij de opdrachtgever, niet bij de opdrachtnemer”, antwoordde de RA.
“Bovendien”, vervolgde deze accountant, “zijn er duidelijke afspraken gemaakt dat ik niet bij de rapportages betrokken zou zijn. In het verleden heeft het schildersbedrijf ook eens met een accountant gewerkt. Daar zijn ze mee gestopt omdat ze dit weinig vonden toevoegen.” Dat laatste werd door de directeur van het bedrijf beaamd. “Die accountant had gewoon veel minder feeling met onze branche.”
Uitspraak over ongeveer vijftien weken.
Auteur: Jan Smit