Schatting waardering aandelen centraal in tuchtzaak

In een echtscheidingsprocedure moest de waarde van de aandelen van het accountantskantoor van de man geschat worden. Die schatting viel veel lager uit dan bij de verkoop van aandelen een jaar later. De betrokken accountant nam tegen beter weten in dingen voor waar aan, meende de klager.

Zaaknrs. 16/2895 & 18/1160

De ex-echtgenoot lichtte zijn ex-vrouw en de rechtbank misleidend voor, zei de gemachtigde van de klager. Deze ex wist wat hij deed: hij is immers zelf een registeraccountant. De rechtbank stelde een deskundige in om de waarde van het accountantskantoor te schatten. 

Maar deze deskundige liet zijn oren hangen naar de ex-echtgenoot en stelde zich onvoldoende kritisch op, was het verwijt. Peildatum voor die waardering was 1 september 2010. En 2010 was nou juist een uitzonderlijk slecht jaar voor het accountantskantoor. En juist dat jaar woog in zijn berekening extra zwaar. “Wat is nou de oorzaak van die grote dip in 2010 geweest? De aandelen werden een jaar later voor twee keer hogere bedragen verkocht dan blijkt uit zijn berekeningen. Dan kun je veronderstellen dat die berekening niet klopt'', zei de gemachtigde.

De accountant benadrukte dat de peildatum door de rechtbank is gekozen. En dat deze uitermate ongelukkig was. “Deze datum, dat is de crux in deze zaak'', meende de beklaagde. Een RA die door de klager in de arm was genomen, kwam uit op een heel andere waardering. Maar deze RA ging uit van een andere peildatum, zei de beklaagde. “En dan krijg je een andere uitkomst.'' Bovendien gebruikte hij een heel andere waarderingsmethode. In 2010 was het bedrijfsresultaat van het accountantskantoor vrijwel nihil. Een jaar later zou het al iets van een miljoen euro zijn. “Als dan 1 september 2010 als peildatum wordt opgelegd, dan is dat een hard gelag.''

Ook voerde de ex-echtgenoot 357.000 euro aan juridische kosten op ten nadele van het bedrijfsresultaat. Ten onrecht, want dit waren privékosten, stelde de klager. Enkele jaren terug diende de klager hierover een klacht in bij de Accountantskamer. “Ik kreeg de opdracht van de rechtbank om aan te tonen dat mijn man benadelingshandelingen uitvoerde. Dat heb ik aangetoond met procedures bij de Accountantskamer. Pas met veel moeite werd dat verwerkt in het rapport.'' 

De betrokken accountant stribbelde niet tegen, hij vroeg juist de rechtbank hoe hij met de uitkomst van deze tuchtzaak om moest gaan.

Uitspraak over ruim 15 weken.

Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle 

Gerelateerde artikelen