Schaderapport accountants: van 24 naar 2,2 miljoen euro
Twee accountants wordt verweten dat ze een opdracht om een schadestaat op te stellen niet, te laat of slecht uitgevoerd hebben. De opdrachtverlener, stichting Support Foundation-Rijnmond, heeft de cijfers nodig in een van de Staat gewonnen procedure over geleden schade. Een van de accountants berekende een voordeel voor de stichting van 24 miljoen euro, maar kort erop werd die vordering verlaagd tot 2,2 miljoen euro.
Dat bleek maandag tijdens een zitting van de Accountantskamer. ,,Wat wij de accountant vooral verwijten is dat hij niet achter zijn eigen cijfers is blijven staan”, zei een van de drie gemachtigden van de stichting. De stichting had in de jaren ’90 een werkgelegenheidsproject voor hogeropgeleiden. De Staat der Nederlanden besloot plots de toezegging van een subsidie uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) in te trekken. De intrekking stond toen niet op zich. Rond de verstrekking van ESF-gelden bleek in Nederland veel mis te gaan. De Europese Commissie vorderde uiteindelijk 157 miljoen euro terug omdat veel met ESF betaalde werkgelegenheidsprojecten niet volgens de regels waren uitgevoerd.
Die intrekking van gelden voor de de stichting Support Foundation-Rijnmond (ook wel The European Club Support Foundation-Rijnmond) was onrechtmatig waardoor de stichting schade heeft geleden, oordeelde het gerechtshof in Den Haag in mei 2004. De Staat ging vergeefs in cassatie tegen dat besluit. In de loop van 2010 kregen twee registeraccountants de opdracht van de stichting om de schade te berekenen. Een accountant zat bij het eerste gesprek namens het kantoor waarvoor ze werken om de opdracht aan te nemen, de ander zou het werk verrichten. Volgens de stichting werd in oktober van dat jaar de opdracht bevestigd dat de schadestaat in december klaar zou zijn. De twee accountants betwisten dat: ze wilden juist die tijd gebruiken om de benodigde informatie te verzamelen om tot een definitieve opdracht te komen.
Na het verstrijken van die termijn werd besloten een specialist op gebied van schadeberekeningen samen met een van de twee beklaagde accountants het rapport te laten opstellen. De beklaagde accountant bracht een rapport uit. Hierin was te lezen dat de door de stichting geleden schade inclusief wettelijke rentes 24 miljoen euro bedroeg. Een kwartier later stuurde de specialist een mail met de melding dat dit rapport niet definitief was. Een tweede rapport volgde met daarin een gemelde schade van 2,2 miljoen euro. ,,Denken ze soms dat we helemaal gek zijn?” zei een van de gemachtigden van de stichting tijdens de zitting. De voorzitter van de stichting zei na 20 jaar procederen nog altijd met lege handen te zitten. Zelfs het rapport van de accountants is niet definitief.
De raadsman van de twee gedaagde accountants zei dat het aanvankelijk de opdracht was om een schade te berekenen om een minnelijke schikking met de Nederlandse Staat te treffen. Gaandeweg de opdracht werd duidelijk dat de stichting een procedure aan het starten was. De geclaimde schade moest in zo’n procedure door veel bewijsmateriaal gedragen worden. Omdat dat materiaal er niet was kwam de accountant in tweede instantie op een veel lager bedrag. Volgens de beklaagden voert de stichting deze procedure vooral om onder een betalingsverplichting uit te komen. Bij de rechtbank Breda loopt namens het accountantskantoor van de gedaagden een incassoprocedure. Ook klaagde de stichting dat het resultaat – een mogelijk te claimen schade van 2,2 miljoen euro – in geen verhouding staat tot de kosten voor het onderzoek. ,,De betrokkenen zijn geen resultaatverplichting aangegaan”, zei de raadsman. ,,Dus dat de uitkomst niet overeenkomt met haar verwachtingen, daar kunnen de accountants niets aan doen.” Vonnis over circa tien weken.
Michiel Satink / JPZ
(Zaaknummers: 13/2486 en 13/2487)