Risico op ontslaggolf bij aanpassen NOW-regeling

Bedrijven hebben via het UWV voor ongeveer 45 miljard euro aan omzetdalingen opgegeven via de NOW-regeling.

Via de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) heeft de overheid voorlopig massale ontslagen weten te voorkomen. Bedrijven hebben via het UWV voor ongeveer 45 miljard euro aan omzetdalingen opgegeven via de NOW-regeling, zo blijkt uit een berekening van ABN AMRO. 

Groothandels, winkels en industriële bedrijven hebben hierbij het meeste omzetverlies. Toch toont de regeling nog wat mankementen, waardoor bedrijven die met vertraging een klap van de coronacrisis krijgen alsnog kunnen worden geraakt, zoals ondernemingen uit de bouwsector.

Wanneer het ontmoedigen van ontslagen bij de verlenging van de regeling verdwijnt bestaat het risico dat de ontslaggolf alsnog plaatsvindt. Het veelvuldig gebruik van de NOW-regeling bewijst het nut ervan. De overheid heeft de regeling opgetuigd als vervanging van de werktijdverkorting, die tot aan het begin van de coronacrisis in Nederland werd gebruikt. Die oude regeling compenseert een deel van de loonkosten bij calamiteiten als blikseminslag en brand, zodat bedrijven niet failliet gaan wanneer ze tijdelijk niet in staat zijn om alle salarissen te betalen. De nieuwe NOW-regeling treedt in werking wanneer bedrijven aantonen dat ze met stevige omzetdalingen te kampen hebben.

Golf aan ontslagen voorkomen
Al vroeg in de coronacrisis was de vraag naar de oorspronkelijke werktijdverkorting zo overweldigend dat een goede uitvoering ervan niet mogelijk was, waarmee het tijd werd voor zwaarder geschut. Dat kwam in april in de vorm van de NOW-regeling. Op dit moment is bijna 2 miljard euro aan voorschotten verstrekt, zo blijkt uitgegevens van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). 

De steun gaat vooral naar sectoren die hard worden geraakt zoals de horeca, detailhandel, industrie en transport. Het uitgekeerde voorschot is de eerste termijn in een reeks van drie die bij elkaar 80 procent van de compensatie vertegenwoordigen, wat betekent dat in totaal voor 7,2 miljard euro aan compensatie van loonkosten is toegezegd. Als de omzetdaling achteraf minder is dan werd voorzien vindt een correctie op de tegemoetkoming aan de werkgever plaats.

De regeling heeft een golf aan ontslagen voorkomen. De werkgevers die toezegging hebben ontvangen van de regeling hebben 1,8 miljoen werknemers in dienst. De regeling compenseert getroffen bedrijven niet alleen voor loonkosten van werknemers met een ‘loondoorbetalingsverplichting’, maar tevens ander personeel, zoals oproepkrachten en werknemers met een nulurencontract. Werkgevers die gebruikmaken van de regeling verplichten zich om de loonsom zoveel mogelijk op het niveau te houden van voor de coronacrisis en tot eind mei geen werknemers om bedrijfseconomische redenen te ontslaan. Wanneer werkgevers een dergelijk ontslag toch aanvragen, wordt een correctie op de tegemoetkoming gedaan.

Inmiddels is een verlening van de regeling in de maak, waarbij de ontmoediging op ontslag om bedrijfseconomische redenen lijkt te verdwijnen. Dat is bedoeld om bedrijven meer flexibiliteit te kunnen bieden in hun kostenstructuur. Hiermee wordt wel een ontslaggolf geriskeerd, gezien de bij het UWV opgegeven omzetverliezen. Voor werknemers die met hun flexibele arbeidscontract toch tussen wal en schip van de regelingen vallen en hun baan verliezen, denkt het kabinet aan een compensatie van 600 euro per maand, zo bericht de NOS gistermorgen.

Grote omzetverliezen bij bedrijven
Meer dan 100.000 bedrijven hebben bij het UWV namelijk aangegeven dat zij gemiddeld 70,6 procent minder omzet zullen draaien in de periode van drie aaneengesloten maanden in het tijdsbestek van maart tot en met juli. Op basis van een eigen berekening van ABN AMRO betekent dit dat het totale verlies aan omzet over die drie maanden voor alle bedrijven die gebruik maken van de regeling tezamen minimaal 45 miljard euro bedraagt.

Deze berekening komt als volgt tot stand: de betreffende (eerste termijn) voorschotten kunnen worden omgerekend naar de totale looncompensatie die hiervoor voorlopig is toegezegd. Omdat de conversie tussen de omzetdaling – gedefinieerd als de absolute omzet in de gekozen periode van drie maanden ten opzichte van een gemiddelde maand in 2019 – en de compensatie van loonkosten bekend is en ook bekend is dat de overheid 30 procent premies bij de brutolonen optelt, kan dit worden teruggerekend naar omzetverliezen. Per sector is daarvoor een aanname gedaan voor de brutolonen ten opzichte van de omzet op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), over 2018 en een enkele keer over 2017. De sectoren waarvoor deze informatie niet beschikbaar was, zoals ‘overige commerciële dienstverlening’, hebben we in de berekening niet meegenomen.

Uit deze analyse is tevens een schatting te maken wat het omzetverlies per sector is. Groothandels, die op grote schaal te maken hebben met vraaguitval, hebben volgens deze berekening een omzetverlies van zo’n 16 miljard. De groothandels ontvangen het meeste geld uit de NOW-regeling.

Industriële bedrijven hebben te kampen met een omzetverlies van ongeveer 10 miljard. Winkeliers hebben een terugval van 6 miljard euro en transportbedrijven naar schatting 4 miljard. Uit onderstaande grafiek blijkt dat de genoemde sectoren de bulk van het totaal vormen.

Voor horecabedrijven vertegenwoordigen de aanvragen 4,5 miljard euro aan omzetverlies, wat ongeveer 62 procent is van de totale omzet die de horeca in 2019 gemiddeld in drie maanden behaalde. Daarbij mist dan wel het omzetverlies dat bedrijven maken die geen beroep op de regeling kunnen doen, zoals zelfstandigen.

Verbetering mogelijk
Ook zijn er hiaten in de NOW-regeling. Zo wordt meestal de maand januari 2020 als indicatiemaand beschouwd waarop de werkelijke hoogte van de te compenseren loonkosten worden gebaseerd. Dit is nadelig voor bedrijven die in de winter minder personeel in dienst hebben. Binnen de horeca geldt dit bijvoorbeeld voor strandtenten en campings.

Een kustcamping heeft in januari slechts 0,2 procent van het totaal aantal overnachtingen in het jaar, terwijl 70 procent in de zomermaanden behaald wordt. Het ligt daarmee voor de hand dat in januari ook zo min mogelijk loonkosten worden gemaakt. Wellicht worden pas vanaf februari vanwege toenemend bezoek en met het oog op het hoogseizoen meer mensen aangenomen, waardoor januari als indicatiemaand niet voldoet. Tegen datzelfde euvel lopen sommige agrarische bedrijven op, zoals boomkwekerijen.

Inmiddels heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen om voor deze bedrijven tot een oplossing te komen. De oplossing voor een ander euvel is inmiddels al bekendgemaakt. Onder bepaalde voorwaarden kan separaat voor dochtermaatschappijen een NOW-regeling worden aangevraagd. Hiervoor werd het omzetverlies alleen op holdingniveau gemeten, terwijl bijvoorbeeld veel wat grotere bouwbedrijven werken met verschillende dochtermaatschappijen. Zo kan het zijn dat de ene dochter geen werk meer heeft, terwijl bij de andere de verliezen beperkt zijn. Dit is dus opgelost maar was nog niet zichtbaar in de cijfers over april.

Laat-cyclische bedrijven
Voor de laat-cyclische bouwsector is er ook een punt van zorg rondom de regeling die nog niet is weggenomen. De regeling houdt namelijk weinig rekening met bedrijven waar de omzetdaling met enkele maanden vertraging optreedt en waar de schade op dit moment dus voorlopig onduidelijk is. Zo heeft de bouwsector op dit moment nog de handen vol aan projecten die maanden geleden zijn aanbesteed en gestart. Daarom heeft deze sector relatief nog nauwelijks beroep op de NOW heeft gedaan. De omzetderving in de sector van bedrijven die NOW hebben aangevraagd bedraagt tot op heden zo’n 600 miljoen euro, ofwel ‘slechts’ ongeveer 2 procent van een gemiddelde reeks omzet van drie maanden een jaar eerder.

De bouwbedrijven verwachten echter dat de ergste klappen pas na de bouwvak zullen optreden, maar daar dan te laat op kunnen acteren. De regeling mag weliswaar ook over de periode van mei tot en met juli worden ingezet, maar moet dan wel in mei al worden aangevraagd. Voor veel bouwbedrijven is de schade dan echter nog niet bekend. Een verlenging van de aanvraagperiode of de regeling in zijn geheel kan hier soelaas bieden, mits dit op passende wijze wordt ingericht.

Gerelateerde artikelen