Richtlijnen voor de jaarverslaggeving aangepast

Onderhanden projecten moeten anders worden geboekt in de jaarrekening.

Het is vanaf boekjaar 2022 het niet meer toegestaan om gerealiseerde projectopbrengsten van micro- en kleine rechtspersonen te presenteren als ‘wijziging in de onderhanden projecten’. Deze opbrengsten moeten nu als netto-omzet te worden opgenomen in het jaarverslag. 

Ook is het niet meer toegestaan om het saldo van alle onderhanden projecten te presenteren als één bedrag in de jaarrekening. Vanaf 2022 moeten hiervoor twee bedragen in de jaarrekeningen opgenomen. Een actief voor alle projecten met een debetstand en een verplichting voor alle projecten met een creditsaldo.

Dit zijn de meest in het oog springende veranderingen die de Raad voor de Jaarverslaggeving heeft doorgevoerd. Ze staan in de nieuwe editie van de ‘Richtlijnen voor de jaarverslaggeving’. Het gaat om de editie 2021 voor grote en middelgrote rechtspersonen (de RJ-bundel) en om de versie voor micro- en kleine rechtspersonen. De editie 2021 is van toepassing op boekjaar 2022. 

De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de winst-en-verliesrekening (RJ 270 c.q. RJk B13) en op de post onderhanden projecten (RJ 221 dan wel RJk B5.3). De wijzigingen zijn met name bedoeld om het inzicht in de jaarrekeningen te vergroten. De wijzigingen voor grote en middelgrote ondernemingen zijn uitgebreider dan die voor micro- en kleine rechtspersonen.

 

Gerelateerde artikelen