Rekenkamer Rotterdam: integriteitrisico’s in subsidieproces onvoldoende onderkend

Het denken aan integriteit en integriteitbeleid in de gemeentelijke organisatie van Rotterdam is onvoldoende ontwikkeld. Het ontbreekt aan een samenhangend integriteitbeleid met blijvende aandacht voor integriteit. Dit en meer concludeert de Rekenkamer Rotterdam in haar rapport ‘Handelen in vertrouwen’.

Volgens de rekenkamer ontbreekt ook een duidelijke verdeling van de taken en bevoegdheden met betrekking tot integriteit binnen de organisatie. Werkprocessen, zoals het subsidieproces, worden niet getoetst op integriteitrisico’s. Dit leidt er toe dat integriteitrisico’s in het subsidieproces onvoldoende worden onderkend. De algemene beheersmaatregelen die het college heeft genomen op het gebied van integriteit en subsidies kunnen de kans op integriteitschendingen in opzet verkleinen maar worden in de praktijk niet altijd goed toegepast.
 
Uit het onderzoek van de rekenkamer blijkt dat het binnen de gemeente ontbreekt aan een nadere uitwerking van normen en waarden voor bedrijfsprocessen, zoals het subsidieproces. Een open cultuur om over integriteit te praten ontbreekt. Vanuit de ambtenaren wordt aangegeven dat er meer aandacht mag komen voor integriteit op de werkvloer. Uit een enquête onder alle ambtenaren die betrokken zijn bij het subsidieproces blijkt dat er in de praktijk integriteitschendingen in het subsidieproces hebben plaatsgevonden, ondanks dat het risico op schendingen laag wordt ingeschat.

Om integriteitrisico’s zo veel mogelijk te beperken is het hebben van een samenhangend integriteitbeleid belangrijk. Het uitvoeren van een dergelijk beleid met blijvende aandacht voor integriteit wordt zelfs door de wet voorgeschreven. Het ontbreekt in Rotterdam aan een dergelijk samenhangend en effectief integriteitbeleid. Wel voldoet het college aan alle voorgeschreven wettelijke integriteitinstrumenten. Hoe deze samenhangen en integriteitrisico’s moeten beperken is echter niet duidelijk.

Vanuit het nieuwe subsidiebeleid (2014) zijn nieuwe regels opgesteld die kunnen bijdragen aan het beperken van integriteitrisico’s. Dit nieuwe beleid gaat uit van vertrouwen, waardoor niet alle (financiële) informatie bij een aanvraag hoeft te worden toegestuurd. Ook is de wijze waarop een inhoudelijke beoordeling van een subsidieaanvraag moet gebeurden niet nader uitgewerkt. Anderzijds biedt het nieuwe beleid wel extra waarborgen door een betere functiescheiding en registratie in één centraal computersysteem.

Instrumenten uit het integriteitbeleid en regels uit het subsidiebeleid die risico’s kunnen beperken worden in de praktijk niet altijd juist toegepast. Zo schiet bijvoorbeeld de screening van bestuurders nog tekort, is het toezicht op nevenfuncties te beperkt en worden subsidies niet altijd in het juiste computersysteem geregistreerd en wordt de controle op het subsidiebesluit niet altijd volgens de regels uitgevoerd. Door het niet juist uitvoeren van de beheersmaatregelen neemt het risico op integriteitschendingen in de praktijk fors toe.

De rekenkamer beveelt het college van B en W aan om continu aandacht te geven aan integriteit en een samenhangend, effectief integriteitbeleid vast te stellen. Met name de juiste uitvoering van beheersmaatregelen in de praktijk moet beter worden nageleefd. In zijn reactie stelt het college onder meer grote prioriteit te geven aan integriteit en integriteitsbeleid. Voorts benadrukt het college dat er, volgens hen, geen concrete zaken boven tafel zijn gekomen die noodzaken tot grote aanpassingen van het ingezette beleid. De rekenkamer merkt hierover op dat deze reactie. het beeld van de rekenkamer bevestigt dat het college het belang van een goed en effectief integriteitbeleid onderschat.

Gerelateerde artikelen