Registeraccountant kan verlies uit onzakelijke borgstelling niet aftrekken

26 september 2017

De door een registeraccountant verleende borgstelling moet als onzakelijk worden aangemerkt. De Inspecteur heeft daarom terecht het op de borgstelling geleden verlies niet in aftrek toegelaten, zo heeft Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden geoordeeld.

Belanghebbende (X) is registeraccountant en dga van Beheer BV. Hij heeft in 2010 een plan ontwikkeld om een nieuw en vooruitstrevend internetplatform tot stand te brengen voor gebruik door ondernemers. Beheer heeft in het kader van dit project G (bv) opgericht. G heeft vervolgens H (bv) opgericht. Voor rekening van H werden de ontwikkelactiviteiten van het project uitgevoerd.

Voor de financiering van het project heeft de bank op 8 oktober 2010 een financieringsovereenkomst tot een bedrag van € 350.000 gesloten met Beheer en H. Ter zake van dit krediet heeft X een overeenkomst van borgtocht met de bank gesloten. Hierin stelt X zich tot een bedrag van maximaal € 150.000 borg voor hetgeen de bank te vorderen heeft van Beheer en H.

H is op 16 april 2012 failliet verklaard. Omdat H en Beheer niet in staat waren de schuld aan de bank te betalen, is X op 30 mei 2012 als borg aangesproken. Betaling aan de bank vindt sinds 2017 plaats in 10 jaarlijkse termijnen.

In geschil is of het verlies op de borgstelling ten laste van het inkomen uit werk en woning over 2012 van X kan worden gebracht.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat sprake is van een risicovol project en een risicovolle borgstelling. X heeft zich permanent ten behoeve van de bank borg gesteld voor schulden van Beheer BV en H tot een bedrag van € 150.000. Het Hof acht aannemelijk dat geen niet-winstafhankelijke vergoeding kan worden bepaald waarvoor een onafhankelijke derde bereid zou zijn zich borg te stellen onder vergelijkbare voorwaarden en omstandigheden. Hieraan doet niet af dat de Staat zich op hetzelfde moment als X tegen een vaste vergoeding borg heeft gesteld voor een bedrag van € 200.000. De borgstelling door de Staat is ingegeven door overwegingen van algemeen belang, te weten het op gang houden van de kredietverstrekking in het midden- en kleinbedrijf in situaties waarin dat zonder garantstelling door de Staat niet zou kunnen.

De door X verleende borgstelling moet als een onzakelijke, uit het aandeelhouderschap voortvloeiende, borgstelling worden aangemerkt. De Inspecteur heeft daarom terecht het op de borgstelling geleden verlies niet in aftrek toegelaten.