Regels toezicht kredietunies in Staatsblad gepubliceerd

Vandaag is het Besluit toezicht kredietunies gepubliceerd in het Staatsblad. Hierin zijn onder meer de regels voor de integriteit, solvabiliteit van deze nieuwe geldschieters vastgelegd.

Het onderhavige wijzigingsbesluit geeft nadere invulling aan het toezichtkader voor kredietunies dat is neergelegd in de Initiatiefwet toezicht kredietunies van de Tweede Kamerleden Mulder en Nijboer.
 
De Wet toezicht kredietunies creëert een afzonderlijk toezichtkader voor kredietunies in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Het doorlopend toezicht is voornamelijk prudentieel van aard, waarmee de wijzigingen op lager regelgevend niveau primair betrekking hebben op het Besluit prudentiële regels Wft (Bpr).

Een belangrijk uitgangspunt van de Wet toezicht kredietunies is dat kleine kredietunies worden vrijgesteld van toezicht. Zoals gebruikelijk binnen het kader van de Wft wordt deze vrijstelling geregeld in de (ministeriële) Vrijstellingsregeling Wft.

Uitgangspunt bij de invulling van het toezichtkader is dat het toezicht is afgestemd op de aard, omvang, risico’s en complexiteit van de werkzaamheden van kredietunies. Kredietunies mogen opvorderbare gelden – bijvoorbeeld in de vorm van deposito’s of obligaties – aantrekken van haar leden en voor eigen rekening kredietuitzettingen verrichten aan haar leden. In dit opzicht kenmerkt het bedrijf van kredietunies zich net als het bankbedrijf door het aantrekken van opvorderbare gelden en het verlenen van kredieten voor eigen rekening. Om de terugbetaling van het nominale bedrag van de aangetrokken opvorderbare gelden waar te kunnen maken dient een kredietunie voldoende solvabel en liquide te zijn.

Kredietunies verschillen echter op wezenlijke onderdelen van banken. Kredietunies zijn in de regel veel kleiner, kennen een veel eenvoudiger bedrijfsmodel en beperken hun activiteiten tot hun leden. Dit betekent dat veel regels die voor banken gelden niet hoeven te gelden voor kredietunies, of aanzienlijk minder uitgebreid en complex geformuleerd hoeven te worden. In veel gevallen, bijvoorbeeld wat betreft de regels die raken aan de bedrijfsvoering, kan dan ook worden volstaan met het toepassen van de basisnormen die in het kader van het prudentieel toezicht gelden voor alle typen financiële ondernemingen. Voor verschillende typen financiële ondernemingen, waaronder banken, zijn de basisnormen in veel meer detail uitgewerkt in Europese regels. Voor kredietunies wordt dit over het algemeen genomen niet nodig geacht. Met betrekking tot onderwerpen als solvabiliteit en liquiditeit, wordt weliswaar aangesloten bij regels die zijn neergelegd in de verordening kapitaalvereisten, maar kan voor kredietunies volstaan worden met eenvoudiger regels dan de regels uit de verordening kapitaalvereisten.

Gerelateerde artikelen