Regeling vervroegd uittreden verlengd, maar wel duurder

De pseudo-eindheffing wordt wel in stappen verhoogd tot 65 procent.

De drempelvrijstelling voor de regeling voor vervroegd uittreden (RVU) bij zwaar werk wordt structureel. Zeker tot 2029 kunnen werkgevers hier gebruik van maken. Sociale partners en het kabinet hebben dit afgesproken.

Deze vrijstelling is van kracht sinds 2021. Die stelt werkgevers in staat om medewerkers maximaal drie jaar voor de AOW-leeftijd een bedrag te geven, zonder dat hierover de pseudo-eindheffing verschuldigd is. Hiervoor geldt een drempelvrijstelling die jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld. Is de RVU-uitkering hoger dan de drempelvrijstelling, dan is over het meerdere een pseudo-eindheffing van 52 procent verschuldigd.

De drempelvrijstelling bedraagt volgend jaar 2.573 euro bruto per maand. Dit jaar is dat nog 2.273. In het Belastingplan 2026 is een verhoging van de drempelvrijstelling met  300 euro bruto per maand voorgesteld. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het minimumloon.

Om deze verlenging en verhoging van de regeling  financieel dekkend te maken, wordt de pseudo-eindheffing in stappen verhoogd, naar 57,7 procent volgend jaar. In 2027 wordt de pseudo-eindheffing 64 procent in 2027 en vanaf 2028 65 procent.

Deze vrijstelling geldt uitsluitend voor werknemers met zwaar werk die niet gezond werkend de AOW-leeftijd kunnen bereiken.

Gerelateerde artikelen