Rechter wijst eis EY over inperking claim obligatiehouders DAF af

Alleen obligatiehouders die voor het faillissement van DAF in 1993 stukken in bezit hadden, zouden volgens accountant EY recht hebben op schadevergoeding. Dit standpunt van EY komt naar voren in een op 20 april gepubliceerde uitspraak van rechtbank Rotterdam.

Dit schrijft het Eindhovens Dagblad vandaag.

In januari 2014 werd bekend dat stichting Finidaf wil dat EY obligatiehouders van het terziele gegane DAF zo’n 130 miljoen euro zou moeten betalen voor geleden schade. Volgens de stichting had de accountant die de jaarrekening van DAF in 1991 heeft opgemaakt, moeten weten dat DAF in zo’n financieel noodweer zat dat het snel failliet zou gaan.

DAF ging in 1993 failliet. Na het faillissement werd DAF doorgestart onder de naam DAF Trucks. In 1996 nam het Amerikaanse Paccar het bedrijf over. In 2000 oordeelde de tuchtrechter al eens dat de accountant de jaarrekening over het jaar 1991 onterecht had goedgekeurd. Maar een hogere rechter zuiverde de accountant in 2001 van alle blaam in hoger beroep. De zaak was destijds aangespannen door een aandeelhouder.

De rechtszaak tussen Finidaf en EY is nu in de fase van schriftelijke uitwisseling van standpunten. Daarin heeft EY onder meer geëist dat stichting Finidaf, die de belangen van de obligatiehouders behartigt, openbaart wanneer en hoe de obligatiehouders hun stukken hebben verkregen. Die eis is door rechtbank Rotterdam afgewezen.

Gerelateerde artikelen