Rechter: accountant valt belastingaanslag van 1,5 ton niet te verwijten

Samenstellend accountant heeft niet de taak om pro-actief te adviseren over erfbelasting.

Zaaknr. 24/210

Dat het overlijden van hun vader als bijkomend negatief effect had dat er onverwachts 1,5 ton erfbelasting afgetikt moest worden, kan de accountant niet worden verweten. Dat oordeelde de tuchtrechter.

De grap binnen de familie was dat de Belastingdienst uiteindelijk aan hen moest betalen. In de veronderstelling dat de erfbelasting almaar zou dalen en uiteindelijk zelfs nihil zou worden, was de verrassing bij de familie daarom des te groter toen de rekening gepresenteerd werd nadat vader op 1 december 2021 was overleden. Uit het concept van de belastingaangifte bleek dat de erven nog ruim 142.000 euro aan erfbelasting verschuldigd waren.

Was het niet de accountant die gezegd had dat de erfbelasting tot nihil zou dalen? “Als we hadden geweten dat er 150.000 euro erfbelasting betaald moest worden, hadden we een andere route bewandeld. Wellicht had onze vader dan bij leven minder geschonken. Maar wij waren altijd in de veronderstelling: er hoeft niets betaald te worden”, zei een van de klagers in de rechtszaal eerder deze zomer. Dus sleepten ze de accountant voor de tuchtrechter.

De accountant houdt zich niet bezig met de erfbelasting en was er evenmin bij betrokken, zei zijn advocaat op die zitting. Dat er facturen voor advisering over de erfenis en erfbelasting waren, dat kan best. Die zijn voor werkzaamheden van fiscalisten van het kantoor, niet van de accountant.

Hij betwist dan ook dat er sprake is geweest van meerdere adviesgesprekken. Het onderwerp van erfbelasting is slechts een keer aan de orde geweest tijdens een telefoongesprek begin 2022. Daarin sprak hij de verwachting uit dat er niet veel erfbelasting betaald hoefde te worden, al was hij toen niet bekend met het testament van de moeder. Daarin was het vruchtgebruik van de nalatenschap overgelaten aan de langstlevende – de vader dus.

Het onderwerp van erfbelasting kwam slechts terloops ter sprake, benadrukte de accountant. Het gesprek ging juist over de jaarrekening. Hij benadrukte dat zijn veronderstelling van een lage erfbelasting berustte op de aanname dat sprake is geweest van de wettelijke verdeling na het overlijden van moeder, een veronderstelling die achteraf niet juist bleek. Daardoor kon het gebeuren dat betrokkene een onjuiste verwachting heeft uitgesproken.

Niets te verwijten

De tuchtrechter vindt niet dat de beklaagde accountant hier iets te verwijten valt. Klagers hebben niet aannemelijk gemaakt dat betrokkene in meerdere gesprekken verwachtingen heeft gewekt of adviezen heeft verstrekt over de erfbelasting. De Accountantskamer kan niet vaststellen dat voor dat telefoongesprek begin 2022 de accountant over de verschuldigde erfbelasting heeft gesproken, laat staan dat hij verwachtingen heeft gewekt of hierover geadviseerd heeft. Het onderwerp is bovendien pas na het overlijden van vader aan de orde geweest en tijdens dat gesprek heeft betrokkene een voorbehoud gemaakt bij de uitgesproken verwachting dat er niet veel erfbelasting werd verwacht.

De accountant kan niet worden verweten dat hij dit onderwerp zelf nooit te berde bracht. “Een samenstellend accountant heeft niet de taak om pro-actief te adviseren over manieren om erfbelasting te besparen. Dat betrokkene zo’n gesprek niet heeft gevoerd toen vader nog leefde, is dan ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar”, aldus de tuchtrechter.

 

 

Gerelateerde artikelen