Rechtbank staat conversie van aanslag in navorderingsaanslag toe

De Inspecteur heeft aan X een aanslag IB/PVV 2006 opgelegd. Omdat deze niet tijdig is opgelegd beroept de Inspecteur zich op het leerstuk van conversie en is hij van mening dat de aanslag dient te worden aangemerkt als een navorderingsaanslag.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het op grond van vaste rechtspraak mogelijk is dat een ten onrechte opgelegde primitieve aanslag als een navorderingsaanslag wordt aangemerkt, mits aan de voorwaarden voor navordering is voldaan (zie o.a. HR 21 december 1994, 29.132, ECLI:NL:HR:1994:AA2995, HR 4 oktober 2002, 37.403, ECLI:NL:HR:2002:AE8369, en HR 28 november 2014, 13/04286, ECLI:NL:HR:2014:3442).

De Rechtbank oordeelt op basis van het feitencomplex dat er sprake is van een nieuw feit en dat conversie van de aanslag in een navorderingsaanslag daarom mogelijk is.

Voorts oordeelt de Rechtbank dat X binnenlands belastingplichtig is en dat de verschuldigde belasting in feite meer bedraagt dan in de aanslag is vastgesteld.

Over de jaren 2007-2010 heeft X steeds de vereiste aangiften niet gedaan en wordt de bewijslast omgekeerd. De over deze jaren opgelegde aanslagen berusten op redelijke schattingen.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen