Rechtbank Oost-Brabant: recreatieterrein onjuist afgebakend

Omdat geen rekening is gehouden met huurafhankelijke opstalrechten is een recreatieterrein onjuist afgebakend, oordeelt Rechtbank Oost-Brabant.
Na een biedingenprocedure kocht X op 13 augustus 2011 uit een failliete boedel een recreatieterrein aan voor € 151.000. De heffingsambtenaar stelde de WOZ-waarde van dit terrein naar de waardepeildatum 1 januari 2012 vast op € 930.000 en naar de waardepeildatum 1 januari 2013 op € 918.000.

De onroerende zaak is verdeeld in 28 percelen, waarvan 27 bedoeld zijn voor recreatie en één voor een ontsluitingsweg. Van de 27 recreatiepercelen zijn twee nog niet ontwikkeld. Op 24 percelen bevinden zich opstallen (recreatiewoningen).

X verhuurt 23 recreatiepercelen aan derden met daarop 23 recreatiewoningen die eigendom zijn van die derden. In de huurovereenkomsten zijn voor die recreatiewoningen huurafhankelijke opstalrechten gevestigd.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar de onroerende zaak onjuist heeft afgebakend. Gelet op de huurafhankelijke opstalrechten is van laatstgenoemde 23 percelen immers enkel de grond in eigendom van X. Tot de onroerende zaak van X behoren dus op de waardepeildata 28 percelen en één opstal.

De WOZ-waarde van het als zodanig afgebakende object wordt door Rechtbank Oost-Brabant op basis van het recente eigen aankoopcijfer verminderd tot € 151.000 respectievelijk € 143.000. 

 Bron: Fiscanet

Gerelateerde artikelen