Rechtbank maakt gehakt van aftrekbaarheid aandelenplan

Een aandelenplan leidt tot een vorm van eigenaarschap.

Kosten van aandelenplannen voor werknemers en directieleden zijn niet aftrekbaar, zo is duidelijk geworden uit een rechtszaak. Dit naar aanleiding van een Nederlandse bv die eigendom is van een Franse moedermaatschappij. Het Nederlandse dochterbedrijf heeft twee plannen voor aandelenparticipatie doorgevoerd. De kosten van bijna 2,7 miljoen euro wilde het bedrijf aftrekken van de winst.

Daar stak de fiscus een stokje voor, waarna het Nederlandse bedrijf naar de rechter stapte. Het eerste aandelenplan richt zich op alle werknemers, die uit eigen middelen aandelen van de Franse moedermaatschappij kunnen kopen. Na drie jaar dienstverband kunnen ze extra aandelen krijgen.

Het tweede plan is een incentiveplan voor directieleden die om niet voorwaardelijke extra aandelen krijgen op basis van prestatiedoelen. Voor beide plannen zijn kosten gemaakt en brengt de Franse moeder kosten in rekening bij het onvoorwaardelijk worden van de aandelen.

De zaak sleepte al jaren. Het ging om kosten die gemaakt waren over boekjaar 2017. Na gesteggel met de fiscus is de zaak bij de rechter beland. De rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat artikel 10-1-j van de Wet Vpb 1969 de aftrek van deze kosten verhindert. Dit vanwege het ontstaan van pseudo-aandeelhouderschap.

De Nederlandse dochter brengt daar tegenin dat het beperken van de aftrek  wetshistorisch beperkt is tot situaties waarin geen verarmingsmogelijkheden bestaan maar slechts verwatering van aandelenbelang, wijst de rechtbank dit argument af.

 

 

Gerelateerde artikelen