Rechtbank heropent onderzoek naar vastgoedhandelaar Lips
Wij schreven eerder o.a.: Vastgoedtycoon Lips moet zich voor rechter verantwoorden
Tegen de 56-jarige Lips en zijn 54-jarige vrouw Petra van S. is in januari 16 maanden cel geëist. Formeel zou de strafzaak maandag worden gesloten om in maart uitspraak te doen, maar de rechters vinden nader onderzoek noodzakelijk. Ze willen drie curatoren in het faillissement van ondernemingen van de vastgoedhandelaar horen, zo meldde de rechtbank in Zwolle deze week.
De rechtbank besloot tot heropening omdat ze zich onvoldoende voorgelicht acht. Een verzoek van de raadslieden van Lips en zijn vrouw om getuigen te horen wordt nu alsnog gehonoreerd. Het gaat om het horen van drie curatoren in het faillissement van de vennootschappen met een schuld van 320 miljoen euro.
Vanaf 2013 gingen in totaal 143 bedrijven failliet waarin onder meer banken zo'n 750 miljoen euro in hadden geïnvesteerd. Het is daarmee een van de allergrootste faillissementen uit ons land. Het viel curatoren op dat daags voor de faillissementen miljoenen euro's uit de boedel van LHO Beheer verdwenen. LHO staat volgens de curatoren voor Lips Holding Oud, wat volgens hen een 'parkeerplaats voor verliezen' was. Zo betaalde de holding van Lips 30 miljoen euro aan een stichting van de kinderen van de vastgoedhandelaar voor iets dat nog geen acht ton waard was, aldus de curatoren.
Lips en zijn vrouw staan echter nog niet terecht op verdenking van grootschalige faillissementsfraude, maar alleen op verdenking van het niet voldoen aan de wettelijke informatieplicht. Ondanks herhaalde verzoeken van de curatoren kwam hij niet met de benodigde antwoorden op vragen. Lips stelt zelf wel degelijk de curatoren van informatie voorzien te hebben.
De rechtbank geeft de verdediging de gelegenheid de curatoren te bevragen over de inlichtingenplicht en het zonder geldige reden niet verschijnen van de verdachten. De rechters zien ook dat het de aangiften van die curatoren waren waarop het onderzoek gebaseerd is. De advocaten stellen dat het betoog van het Openbaar Ministerie vrijwel volledig leunt op hun onjuiste aangiften. Eerdere verzoeken tot het horen werden door de rechters nog afgewezen. Als het extra onderzoek is afgerond, komt de zaak opnieuw op zitting.