RB wil aandacht voor positie fiscaal dienstverlener bij elektronisch berichtenverkeer met Belastingdienst
Het wetsvoorstel voorziet in een algemene verplichtstelling tot elektronisch berichtenverkeer tussen belastingplichtigen en de Belastingdienst. Digitaal communiceren wordt dus de regel voor alle belastingplichtigen. Iedere belastingplichtige moet een eigen berichtenbox bij de overheid activeren. Hierin plaatst de Belastingdienst beschikkingen (bijvoorbeeld aanslagen). Belastingplichtigen moeten de berichtenbox zelf periodiek controleren. Wellicht komt er een mogelijkheid om bijvoorbeeld via een sms-bericht op de hoogte te worden gesteld van de plaatsing van een nieuw bericht in de berichtenbox.
Het RB vraagt in de reactie aandacht voor de positie van de fiscaal dienstverlener. Deze heeft uiteraard geen toegang tot de berichtenbox. Tevens plaatst het RB de opmerking dat de rechtsbescherming van de grote groep belastingplichtigen die wordt gekenschetst als ‘niet digitaal zelfredzaam’ in het gedrang komt. Onduidelijk is op welke termijn verwacht wordt dat deze groep wél digitaal zelfredzaam is. Bij de implementatie van het wetsvoorstel wordt veelvuldig gebruik gemaakt van ministeriële regelingen. Net als de Raad van State is het RB van mening dat veel onderdelen bij wet zouden moeten worden geregeld en niet bij ministeriële regelingen.
Eerder was dit voorstel opgenomen in het wetsvoorstel Wet vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst. Vanwege herziening daarvan, laat behandeling daarvan op zich wachten. Daarom is het onderdeel ‘elektronisch berichtenverkeer’ in een afzonderlijk wetsvoorstel ondergebracht.