Rapport accountants achtervolgt ondernemer

Een feitenrapport uit 2010, waarin gesteld wordt dat een ondernemer fraudeerde, speelde voor de derde keer een rol in een tuchtprocedure bij de Accountantskamer. De ondernemer verweet in de nieuwste zitting dat het accountantskantoor in een brief aan de Duitse officier van justitie geen afstand deed van dit aantoonbaar foute rapport.
De ondernemer vreest nog altijd voor vervolging in Duitsland. Kennelijk dreigde hij recent nog opgepakt te worden in Duitsland, zo voegde hij toe na afloop van de zitting maandag. ,,Op een dergelijk feit staat in Duitsland maximaal 10 jaar celstraf.” Het gewraakte rapport werd in 2010 opgemaakt door het accountantskantoor in een twist tussen twee aandeelhoudende partijen in een samenwerkingsverband. Die vennootschap bouwde in Duitsland systemen die gebruikt werden bij de afhandeling van vracht op vliegvelden.
 
De Duitse partner vermoedde dat de Nederlandse directeur geld achterover drukte. Het rapport concludeerde dat de ondernemer 2 miljoen euro verduisterd had. Het stuk was niet bedoeld voor verdere verspreiding, maar belandde in handen van de officier van justitie in Hamburg. De Accountantskamer deelde afgelopen jaar berispingen uit aan twee accountants van het kantoor in een eerste tuchtzaak. Daartegen zijn de beklaagden in beroep gegaan. Een tweede zaak diende in mei dit jaar. 
Maandag stond een brief centraal die mede namens de twee beklaagde accountants was opgesteld. De brief was gericht aan de Duitse officier van justitie. Volgens de klager werd in de brief geen afstand gedaan van het rapport. De beide accountants hadden in de brief moeten aangeven dat het rapport onjuist was en nooit onderdeel had mogen worden van de strafklacht en het daaraan gekoppelde onderzoeksdossier van het Duitse Openbaar Ministerie. 
Volgens de raadsvrouw van de beklaagde accountants is hier sprake van dezelfde klacht die eerder al bij de Accountantskamer is afgedaan. Iemand mag niet twee keer voor hetzelfde feit gedaagd worden. Om die reden moet de klacht niet-ontvankelijk verklaard worden. Ook is het voor de accountants lastig om in de bewuste brief afstand te doen van het rapport omdat het kantoor in beroep is gegaan. De brief, die volgens de raadsvrouw vooraf ter inzage is gestuurd aan de klager, wordt door de klager verkeerd gelezen. ,,De doelstelling van de brief was aan te geven: u moet dat rapport niet gebruiken in het strafrecht. Daar is het niet voor bedoeld”, aldus de advocaat. ,,Met de brief werd beoogd de waarde van het rapport voor het strafrechtelijk onderzoek tot nul te reduceren.” De klager benadrukte dat in de brief juist geen afstand werd gedaan van de inhoud van het rapport. 
De Accountantskamer wilde weten of de klager niet zelf naar de Duitse officier van justitie met eigen informatie kon stappen. De klager zei dat hij niet naar Hamburg durft te gaan, uit vrees dan te worden opgepakt.
 
Vonnis van de Accountantskamer begin volgend jaar.
 
Zaaknummers: 14/1335 , 14/1336 
Michiel Satink / JPZ
Gerelateerde artikelen