Rapport accountant ‘vol onjuiste conclusies’

De werf wilde voor de bouw van schepen in 2004 en 2005 een subsidie uit de Tijdelijke Regeling Ordersteun Scheepsnieuwbouw. Die aanvraag werd afgewezen. Onterecht, zei de klager, zoals onder meer bleek uit een vonnis van de Ondernemingskamer. De RA werd vervolgens door Agentschap NL gevraagd een rapport op te stellen. Opdracht was om een conclusie te verstrekken of de werf in staat zou zijn geweest in die jaren de bouw van schepen te financieren, er van uitgaande dat er subsidie was toegekend. De accountant velde zijn oordeel op basis van eenzijdige stukken, meende de klager. Zo werd het businessplan voorfinanciering en de prospectus nafinanciering niet opgevraagd. ‘We hebben geen enkele vraag van de RA gekregen toen in juni 2014 dat rapport er opeens lag’, zei hij.

De accountant trok constant conclusies zonder de feiten te checken, meende hij. Zo vergeleek de RA de financieringsbehoefte van de werf met drie andere werven. Hier concludeerde hij dat ‘de grenzen van de financierbaarheid lijken te zijn opgerekt’. Het bedrijf zelf liet een rapport opstellen waarbij de behoefte werd afgezet tegenover die van alle soortgelijke werven in Nederland. Uit die vergelijking zat de werf niet op de grens van wat financierbaar was, maar juist in de middenmoot. De RA kwam bovendien op een te financieren bedrag van 16 miljoen euro. De werf meent dat dit 12 miljoen euro was. ‘Hij trok de verkeerde conclusies op basis van de verkeerde stellingen.’ Het rapport is van groot belang voor de ondernemer. Hij wil de conclusie van tafel hebben zodat hij alsnog recht krijgt op een schadevergoeding.

De betrokken accountant werkt vooral als adviseur in de maritieme wereld. Had de werf dit rapport dan niet advies moeten opvatten, vroeg een van de leden van de Accountantskamer. Nee, stelde de ondernemer. De accountant had in zijn rapport expliciet opgenomen dat hij in het register van het NBA ingeschreven staat. De beklaagde had de Accountantskamer van tevoren gemeld niet te zullen verschijnen. Tijdens de zitting was er niemand die namens hem verweer voerde. Vonnis over circa 15 weken.

(Michiel Satink/JPZ)