Rapport accountant roept vragen op bij tuchtrechter
De klager stelde de administratie samen voor een klant. Het liep mis toen de klant, wegens gebrek aan cashflow, de administratie terug eiste. De klager bracht deze persoonlijk langs en maakte vervolgens de gang naar de fiscus. Want ze zou nog de vennootschapsbelastingaangifte doen. De fiscus zei dat dit niet langer haar zaak was nu de opdracht was teruggenomen. Twee jaar later raakte de beklaagde registeraccountant betrokken bij dit dossier. Aan hem werd door het bedrijf waar de klager ruzie mee had, gevraagd een feitenrapport te schrijven. Maar de accountant en dat bedrijf deden zaken met elkaar. Sterker nog: de accountant mailde klager met een mailadres dat van dat bedrijf afkomstig was. Zag u daarin geen bedreigingen, wilde de voorzitter van de Accountantskamer vooraf weten. Het zou bijna een vorm van zelftoetsing genoemd kunnen worden, zei hij voorzichtig. “Ik heb er geen bedreigingen in gezien. Het waren geen cliënten van me. Dus ik was objectief'', reageerde de beklaagde.
Daar had de klager zo haar vraagtekens bij. Ze zei het rapport niet te begrijpen. Het barstte van de rekenkundige fouten. De fiscus legde een ambtshalve aanslag vennootschapsbelasting op van 50.000 euro maar in het rapport wordt gesuggereerd dat zij die aanslag had ingediend. Ze stelde een brief samen met de tekortkomingen van haar klant. Volgens de beklaagde accountant had ze die brief nooit aan de fiscus mogen versturen. De beklaagde accountant vond de eisen van de klager veel te ver gaan. Zo verzocht ze de Accountantskamer met onmiddellijke ingang de accountant voor 3 jaar door te halen en stelde ze dat de accountant strafbare feiten pleegde. Hij zou tot een boete van 3 ton veroordeeld moeten worden en er zou een onderzoek moeten komen naar alle sinds 20014 door hem opgelegde accountantsverklaringen. De klager heeft zich laten leiden door emoties “en gaat voorbij aan rationele argumenten inzake het handelen van een accountant'', zei de beklaagde. “Er was helemaal geen sprake van strafbare feiten.''
Volgens de accountant ging het hier om een Cos-4400-opdracht. Hij deed een onderzoek naar de feiten. Maar de leden van de Accountantskamer toonden zich verrast door zijn rapport dat vol stond met conclusies en waarbij hij hoor- en wederhoor achterwege had gelaten. Dat deed hij zelfs bewust omdat hij na een telefoontje en een in zijn ogen wat vreemd mailtje meende dat hij zonder ook wel afkon. Er waren veel vragen over zijn betrokkenheid bij het bedrijf dat hem vroeg dat rapport op te stellen. Dat rapport werd opgesteld omdat men een juridische procedure tegen de klager wilde opstarten. Dat de accountant wist dat zijn rapport voor die procedure gebruikt zou worden, stond ook al niet vernoemd. “Dit zijn vragen die uw objectiviteit raken. Hoe komt het dat een ervaren accountant op deze wijze een 4400-rapport opstelt'', vroeg de voorzitter. De accountant wilde nog wel zijn best doen om bemiddeling op te zetten.
Vonnis over circa 15 weken.
(Zaaknr. 17/414)
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]