Rabobank deed niets verkeerds bij faillissement Oad
De Rabobank hoeft geen schadevergoeding te betalen aan de voormalige eigenaren en curatoren van de in 2013 omgevallen reisorganisatie Oad. Dat heeft het gerechtshof bepaald.
Oad ging in 2013 failliet nadat de Rabobank de kredietrelatie met de reisorganisatie had beëindigd. De curatoren van Oad zijn in 2015 een procedure gestart omdat ze vinden dat Rabobank de kredietrelatie niet had mogen opzeggen. Zij eisen daarom een schadevergoeding van ongeveer 70 miljoen euro.
De rechter oordeelde begin 2022 dat Rabobank een kredietovereenkomst gewoon mocht opzeggen en daarmee niet schuldig was aan het omvallen van Oad. De voormalige eigenaren van Oad gingen daartegen in beroep.
Het hof vindt dat de Rabobank voldoende rekening heeft gehouden met het belang van Oad. De bank heeft voldoende meegewerkt aan de zoektocht naar extra kapitaal. Kort nadat Rabobank het krediet had opgezegd vond Oad nog een investeerder die de busdivisie van het bedrijf wilde kopen.
Rabobank wilde hieraan meewerken en heeft Oad toen nog een overbruggingskrediet verstrekt. Toen dit overbruggingskrediet verliep, wilde Rabobank dit niet meer verlengen of verruimen. Het hof vindt dat Rabobank ook niet verplicht was dat te doen.
Door het faillissement van Oad verloren circa 1600 mensen hun baan en leden schuldeisers, waaronder de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR), tientallen miljoenen euro's verlies. Delen van het reisconcern hebben na het bankroet onder nieuwe eigenaren een doorstart gemaakt. (ANP)