Rabobank: Broos evenwicht op dynamische zuivelmarkt
De melkproductie in de EU nam tussen november 2016 en januari 2017 af met 2,8% in vergelijking tot dezelfde periode vorig jaar. In de tweede helft van 2016 heeft de daling van de internationale melkproductie geleid tot aanzienlijke prijsstijgingen. Na een mager 2016 steeg de Nederlandse melkprijs eind 2016, waarna de melkprijs in de eerste maanden van dit jaar vrij stabiel bleef. In het laatste kwartaal van 2016 nam de productie nog toe met 0,7%, maar in februari 2017 daalde de productie met 0,1%.
Vooruitzicht
De Rabobank verwacht dat de prijzen voor basiszuivelproducten het komende kwartaal stabiel blijven. De vraag in Europa groeit naar verwachting met 1,5% en de Amerikaanse vraag met 2%. De aanzienlijke voorraden magere melkpoeder in Europa zullen in 2017 waarschijnlijk verder aangevuld worden met nieuwe Europese interventieaankopen. In China raken de voorraden op, waardoor de vraag naar verwachting met 20% groeit ten opzichte van de relatief lage vraag van vorig jaar. De Chinese consumptie groeit in 2017 naar verwachting met 1%.
In het tweede kwartaal zal de melkproductie in de EU snel toenemen ten opzichte van het vorige kwartaal. Dit is vooral toe te schrijven aan de start van het weideseizoen en in mindere mate door de hogere melkprijzen. Het piekniveau van 2016 zal waarschijnlijk niet overtroffen worden, mede doordat de Nederlandse melkproductie in 2017 met ongeveer 6% zal dalen door de krimpende veestapel als gevolg van de fosfaatregelgeving. Dit percentage kan eventueel lager uitvallen als de melkprijs hoger blijkt dan verwacht, of de productie per koe verder stijgt dan verwacht.
Fosfaatreductieplan
De eerste resultaten van het fosfaatreductieplan zijn hoopgevend. Voor de eerste tranche van de stoppersregeling was grote belangstelling en er zijn in aanloop naar het fosfaatreductieplan al veel extra melkkoeien afgevoerd. Hierdoor ligt de sector op koers voor het behoud van de derogatie.
De teruggang in het aantal melkkoeien vanwege het fosfaatreductieprogramma kan een negatieve impact hebben op de liquiditeit van de individuele melkveehouder. De liquiditeitsdruk is groter bij bedrijven die hard zijn gegroeid en door het fosfaatreductieplan terug moeten in aantallen. De meeste bedrijven moeten deze daling van de melkproductie kunnen opvangen, omdat de afgevoerde dieren afkomstig zijn uit overbezetting, jongvee of de onderkant van de veestapel.