RA voor tuchtrechter onderworpen aan “tentamenvragen”

“Wat staat er zo ongeveer als eerste in de VGC? O, matschappelijk vertrouwen in de beroepsgroep. Welke fundamentele beginselen zouden hier in het geding kunnen zijn? Objectiviteit! Geldt dat dan ook voor een partij-accountant? Wat zou een accountant moeten doen als hij een bedreiging daarvan vermoedt? “ Het spervuur aan vragen dat vanuit de Accountantskamer werd afgevuurd op een aangeklaagde registeraccountant had veel weg van een beginnerstentamen in het vak.
Slimme website
De betrokkene zou zich onpartijdig hebben opgesteld, volgens de klager.  Het ging om een BV van twee ondernemers, die een slimme website in de lucht hebben gebracht om auto-onderdelen van een Duits sportautomerk te verhandelen. De RA heeft enige tijd voor de onderneming gewerkt. Kort nadat de twee aandeelhouders uiteen waren gegaan en de RA zijn werk voor de BV had afgerond, moest er een waardebepaling van het aandelenpakket van de vertrekkende vennoot komen.  
Laatstgenoemde had daar zelf specifieke ideeën over en schakelde de RA in om nog eens even te kijken of er geen rare dingen in zijn voorstel stonden.  Betrokkene legde een opdrachtbevestiging volgens de 4400 standaard voor en luttele dagen lag de aandelenwaardering in de e-mailbox van de achterblijvende ondernemer.
Niet zo scherp 
Het had er de schijn van dat de RA actief betrokken was geweest bij de vaststelling van de waarde. Immers hij stuurde dit door naar de andere partij me de tekst: “Wij zijn tot deze waardebepaling gekomen”.  Dat was niet zo scherp geformuleerd, vindt de RA achteraf. Want niet hij heeft de waarde vastgesteld, maar zijn cliënt. De Ra heeft er alleen naar gekeken, zonder veel actie, zonder eigen inbreng en zonder kritische noot, bleek uit het verloop van de zitting. “Kennelijk de PTT-man”liet de voorzitter van de Accountantskamer zich ontvallen.
Noten
En dat er wat noten te kraken vielen, werd ook duidelijk tijdens de zitting, want de waardebepaling was bepaald niet “gebruikelijk”.  Ging de achterblijvende vennoot ervan uit dat die uitsluitend gebaseerd was op de (goedgekeurde) jaarrekening van 2012, er zat nog wel wat anders bij. Zoals een opwaardering van de “stille reserves”, namelijk de waarde van het concept van de website. Dat was volgens de vertrekkende vennoot niet zo sterk gedaald. “Ja, hij wilde dat er per se zo in”, zei de RA, die het verder niet gecontroleerd heeft.  “Ik heb de waardering niet zelf vastgesteld”, bleef hij herhalen.  Zo waren er nog meer onderdelen die “niet gebruikelijk” waren.
De accountantskamer doet over een maand of twee uitspraak.
Petra van Walraven / JPZ
 
Zaaknummer: 14/38 
Gerelateerde artikelen