RA voor tuchtrechter om ongelukkige zin in een proces-verbaal

Een registeraccountant die in 2012 een rapport uitbracht in een geschil tussen een projectbureau en de voorzitter van woningstichting Boerhaave in Amsterdam wordt al jarenlang bestookt met (juridische) procedures door de voorzitter. Voor de tweede keer verschijnt de RA in deze zaak voor de Accountantskamer, waar hij wordt beschuldigd van onjuistheden en zelfs leugens.

Zaak nr. 17/1314

Overhoop
De voorzitter van de woningstichting ligt overhoop met de directeur van een projectbureau, over de financiële afwikkeling van een renovatie van een appartementencomplex. Hij vraagt het faillissement aan van de directeur in privé, omdat hij hem een lening zou hebben verstrekt. Op de faillissementszitting komt de ontwikkelaar met een rapport van de accountant op de proppen, waaruit juist zou blijken dat het projectbureau een vordering heeft op de voorzitter en de woningstichting. Het faillissementsverzoek wordt afgewezen.

Waarschuwing
Het rapport is tot stand gekomen zonder dat de voorzitter om zijn visie is gevraagd. De accountant krijgt daarvoor in 2014 een waarschuwing van de tuchtrechter. Daarmee is het niet afgelopen. De voorzitter van een woningstichting begint een civiele procedure tegen de accountant en diens werkgever om schadevergoeding. Hij claimt een kleine zeven ton. 

‘Hij liegt’
In die rechtszaak heeft de registeraccountant tijdens een comparitie van partijen gesteld dat hij na de accountantszaak klager ‘de gelegenheid heeft gegeven zijn standpunt weer te geven’. En die uitspraak levert hem en nieuwe klacht op. ‘Daardoor verlies ik nu rechtszaak op rechtszaak’, stelt de gebelgde voorzitter. ‘Het is een leugen, ze hebben nooit om stukken gevraagd en ik heb ze nooit verstrekt. Ik wil dat de man nu voor zijn leven geschorst wordt’.

‘Verkeerd begrepen’
Het was niet een heel gelukkige formulering die in het proces-verbaal van de comparitie is terechtgekomen, geeft de accountant toe. Want hij heeft de tegenpartij inderdaad niet expliciet benaderd met de vraag om stukken, zoals de gewraakte passage suggereert. Maar in alle procedures heeft de klager wat hem betreft keer op keer de gelegenheid gehad om met bewijsstukken te komen dat het rapport ondeugdelijk was. Die zijn wat hem betreft niet boven tafel gekomen, zodat hij nog steeds achter zijn eerste rapport staat. ‘Hij heeft niet gelogen, de klager begrijpt hem verkeerd’, aldus zijn advocaat. 

De Accountantskamer doet over vijftien à zestien weken uitspraak. De voorzitter beloofde er opnieuw voor naar Zwolle af te reizen. Wat ongebruikelijk is, want hij krijgt alleen te horen: gegrond of ongegrond en eventueel welke maatregel wordt opgelegd.

Door Petra van Walraven / Juridisch Persbureau Zwolle

Gerelateerde artikelen