PwC: Wijziging bedrijfsopvolgingsregeling treft coöperaties

Onlangs is een wetswijziging aangekondigd die regelt dat investeringen van ondernemers in bedrijven, waarbij hun belang minder is dan vijf procent, niet meer kwalificeren voor de BOR. Gevolg is dat ondernemers die een deel van hun bedrijfsproces – samen met andere ondernemers – laten verrichten door een coöperatie, voor dit deel van hun onderneming veelal niet meer in aanmerking komen voor de BOR. De belastingheffing over dat bedrijfsgedeelte kan dan bij schenking of vererving toenemen van 3,4 procent tot 40 procent. Dit effect kan alleen worden voorkomen door het bedrijfsproces toch weer zelf te doen of met een veel kleinere groep ondernemers, zodat het belang toeneemt tot tenminste vijf procent.

PwC: “Als u de onderneming drijft als bv, of een groep van bv’s, en u participeert vanuit uw onderneming in een coöperatie, kan de wetswijziging voor u grote gevolgen hebben. Veelal zal het indirecte belang van u als aandeelhouder, of van uw familieleden die aandeelhouder zijn, in de coöperatie minder bedragen dan vijf procent. In de wet zal worden bepaald dat de waarde van het belang in de coöperatie niet kwalificeert voor de BOR. Deze wijziging werkt terug tot en met 1 juli 2016. Over de waarde van uw belang in de coöperatie kan dan veertig procent belasting verschuldigd zijn bij schenking of vererving van de aandelen. U kunt dit alleen voorkomen door een zodanig belang in de coöperatie te nemen, dat u gerekend vanuit u als privépersoon (indirect) ten minste vijf procent belang hebt in de coöperatie. Veelal is dit echter niet mogelijk. Een alternatief is om de activiteiten weer zelf te gaan doen of met een kleinere groep ondernemers. Het belang van u als privépersoon in de coöperatie zal dan (indirect) ten minste vijf procent moeten zijn, anders voldoet u niet aan de vereisten. Dit kan echter ingrijpende gevolgen hebben voor uw onderneming.”

(PwC)