PwC en SSAFE trekken samen op tegen voedselfraude
Voedselfraude tast het vertrouwen van de consument aan. De schade voor de wereldwijde voedselindustrie wordt geschat op 30 tot 40 miljard dollar per jaar. Bovenal is onveilig voedsel een risico voor de volksgezondheid.
Het assessment maakt bedrijven duidelijk of fraude technisch mogelijk is, of hun kennis paraat is en welke beheersmaatregelen verbetering behoeven. ‘De urgentie is groot’, zegt Hans Schoolderman, partner en specialist voedselintegriteit bij PwC. ‘De lange productieketen en schaarste maakt fraude met voedsel relatief makkelijk en lucratief. Dit wordt, na een serie voedselschandalen, ook in Nederland steeds meer onderkend.’
Het Nederlandse kabinet kondigde eind december aan hogere boetes te willen gaan opleggen aan bedrijven die de regels voor voedselveiligheid aan hun laars lappen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit gaat met meer mensen meer controleren en de Consumentenbond heeft een meldpunt geopend waar ondernemers en werknemers uit de levensmiddelensector terechtkunnen bij vermoedens van gesjoemel.
De wereldwijde voedselindustrie heeft zichzelf via het Global Food Safety Initiative (GFSI) al strengere eisen opgelegd. Samenwerking in de gehele keten tussen industrie, consumenten en toezichthouders staat daarbij centraal. ‘Recente voedselschandalen hebben de noodzaak om als sector voedselfraude in de gehele keten te detecteren en aan te pakken vergroot’, aldus Quincy Lissaur, executive director van SSAFE, een samenwerking van grote voedselbedrijven. ‘Het is niet alleen zaak dat bedrijven hun interne controles verscherpen maar ook dat de keten minder gelegenheid geeft om voedsel te vervalsen voor economisch gewin.’
Volgens Hans Schoolderman is het niet toevallig dat SSAFE in Nederland terechtkomt. ‘De kennis van Universiteit Wageningen en de VU op het gebied van voedselveiligheid en -integriteit is van wereldniveau. PwC Nederland heeft de afgelopen jaren ervaring opgebouwd in voedselfraudeonderzoek en risicobeheersing. De bundeling van krachten heeft geleid tot de gezamenlijke ontwikkeling van deze tool. De resultaten kunnen bedrijven wereldwijd inzetten voor betere controleplannen en risicobeheering. Daarmee hopen we een bijdrage te leveren aan de oplossing van een steeds groter wordend maatschappelijk probleem, en daarmee aan meer vertrouwen in ons voedsel.’