Psychische problemen partner bezorgen AA klacht NBA
Door Jan Smit
Zaaknr. 20/210
‘Geachte heer B., Wij gaan een klacht tegen u indienen bij de Accountantskamer omdat uw kantoor zich de afgelopen anderhalf jaar stelselmatig heeft onttrokken aan alle kwaliteitsbeoordelingen. Zo zijn de periodieke toetsingen door de Raad van Toezicht in totaal negen keer afgezegd en is er verzuimd de verplichte jaarlijkse monitorings- en oriëntatielijsten in te vullen. Als AA bent u daarvoor verantwoordelijk.’
De AA van een klein accountants- en advieskantoor uit Zuid-Holland schrok zich rot toen hij zaterdagmiddag 13 december vorig jaar een schrijven van de NBA met daarin woorden van deze strekking uit zijn brievenbus viste. “Ik wist van niets, ik dacht dat ik een hartinfarct kreeg,” aldus deze accountant maandag ter zitting bij het tuchtcollege.
De brief was helder: door kwaliteitsbeoordelingen stelselmatig aan zijn laars te lappen en alle correspondentie van de raad te negeren had B. de gedragsregels op het gebied van professionaliteit, zorgvuldigheid en vakbekwaamheid ernstig geschonden. Dit verdiende een tuchtmaatregel.
Hoe kon dit? Hoe kon het dat hij hier al die tijd niets van had geweten!?, vroeg de accountant zich vertwijfeld af. Hij belde onmiddellijk N. zijn kantoorpartner, tevens zijn neef én een van zijn beste vrienden. Iemand die hij al 57 jaar door en door kende; ze hadden nog samen in de wieg gelegen. Die, net als hij, ook zijn opleiding tot AA had afgerond, maar niet stond ingeschreven, omdat hij geen stage had gelopen. Die net als B. destijds in loondienst werkte, maar ook wel eens wat anders wilde. Reden voor B. om in 2007 samen N. een eigen kantoor te starten. Met een duidelijke rolverdeling. N. bestierde het kantoor, inclusief het verzorgen van administraties, B. deed de controle- en samenstellingsopdrachten en was dus vaak op pad. Had neef N. soms iets voor hem achtergehouden?
Neef N. bekende – beschaamd. Ja, hij had de post van de Raad van Toezicht gelezen, maar er verder geen aandacht aan besteed. “Ik had teveel op mijn bordje, dus heb ik het laten liggen,” vertelde de man, die op verzoek van de AA was meegekomen om eventuele vragen te beantwoorden.
De AA reageerde woest toen de neef hem dit alles in december opbiechtte. N. bood aan er alles aan te doen wat in zijn macht lag de schade voor B. te beperken. B. nam daar genoegen mee. Hij liet de zaak aan zijn neef. “Ik dacht dat die klacht inmiddels toch onafwendbaar was. Als de klacht over een paar weken binnen was, wilde ik actie ondernemen.”
Maar de brief met de klacht bleef uit. Tot de AA op 30 april een telefoontje kreeg van het secretariaat van de Accountantskamer. Waarom hij, alle herhaalde verzoeken ten spijt, niet had gereageerd op de tuchtklacht van de NBA. Er was nog steeds geen verweerschrift binnen. Over twee weken – afgelopen maandag dus, js. – was de zitting al…
Opnieuw had N. alle correspondentie over de zaak voor zijn neef verzwegen. De raad had de klacht al in januari naar kantoor gestuurd, maar B. wist van niets. “Ik was zeer benieuwd naar de klacht en ben daarom bijna dagelijks naar de brievenbus gelopen om te kijken of er al iets bij zat, telkens zonder resultaat,” aldus de AA, die de afgelopen maanden thuis werkte in verband met de coronacrisis.
Pas toen drong de waarheid tot B. door. Zijn neef had hem anderhalf jaar keihard lang voorgelogen. N. had de correspondentie van de Raad van Toezicht niet genegeerd, hij had alle negen aangekondigde toetsingen met door hem zelf gefabuleerde redenen afgezegd. De ene keer zou B.’s moeder zijn overleden – die is overleden, maar dat was vier jaar daarvoor – , een andere keer lag B. in het ziekenhuis, dan weer lag B. thuis ziek ik bed, had N. de raad gemaild.
Een direct gevolg van de psychische gesteldheid van neef N., deze handelwijze, betoogde Leendert Krijgsman, de advocaat van B. in zijn verweer aan het begin van de zitting. “De heer N. heeft al geruime tijd last van depressieve klachten, negatieve gedachten en andere klachten van dien aard. Daarbij heeft hij de toevlucht genomen tot ‘destructief probleemoplossingsgedrag’, aldus zijn therapeut. De gevolgen zijn dat bestaande achterstanden steeds groter worden, dat de ene achterstand gevuld werd met de andere. Een negatieve vicieuze cirkel.’’
B. is zich naar eigen zeggen wezenloos geschrokken van het gebeuren. “Mijn vertrouwen in de mensheid heeft een flinke deuk opgelopen. Als je zelfs je neef die je al 57 jaar door en door kent al niet meer kunt vertrouwen, wie dan nog wel? Ik voel me net een bloemetje waarvan de steel net is geknapt,” aldus de AA, nog steeds hoor- en zichtbaar aangeslagen.
Maar hij heeft ervan geleerd, vervolgde hij. De samenwerking met neef N. is inmiddels beëindigd. “Ik ga voor mezelf beginnen. Waarbij ik mij een ding heb voorgenomen: alle post, mail en telefoonverkeer komt in vervolg binnen bij mij. Dit zal mij geen tweede keer overkomen.”
Herhaling was volgens Krijgsman sowieso niet te verwachten. De AA wilde zich laten uitschrijven. Die titel had hij als eenpitter niet langer nodig, dus was toetsing ook niet meer aan de orde, betoogde de advocaat. Een misvatting, reageerde NBA-vertegenwoordiger Gert-Jan van der Wielen even later. “Als meneer jaarrekeningen wil blijven doen blijven de NVKS-voorschriften van toepassing en blijft hij toetsbaar.”
Met het verzoek van de AA en diens advocaat de klacht in te trekken omdat er geen herhalingsgevaar was, ging de NBA dan ook niet akkoord. Bovendien: B. mag dan door zijn neef anderhalf jaar zijn voorgelogen, als AA blijft hij eindverantwoordelijk, betoogde de advocaat van de beroepsvereniging.
Waarom had de AA in december toen hij die brief kreeg niet direct actie ondernomen eigenlijk, wilden de voorzitter en een aantal andere tuchtrechters weten. B.: “Dat had ik wel moeten doen, maar dat is achteraf praten. Ik was destijds gewoon half van de wereld. Het voelde alsof je vrouw tegen je zegt: ‘Ik heb al anderhalf jaar een ander’.”
De uitspraak: Doorhaling AA partner met psychische problemen