Provincie moet heffing betalen over ‘vertrekpremie’ ambtenaren

Een provincie is een heffing van 52 procent verschuldigd over uitkeringen aan ambtenaren die gebruik hebben gemaakt van een zogenoemde non-activiteitsregeling voor 57-plussers. Dat is het gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad vandaag.

Volgens de Hoge Raad heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2015:494) deze regeling terecht aangemerkt als een regeling voor vervroegde uittreding.

De werkgever had de non-activiteitsregeling getroffen om het aantal ambtenaren in zijn dienst  te verminderen. Dat doel kon alleen worden bereikt door werknemers vrijwillig te laten vetrekken waarbij zij gebruik maakten van deze regeling. De beweegredenen van de werkgever spelen bij de beantwoording van de vraag of hier sprake was van een regeling voor vervroegde uittreding geen rol. Het gaat erom of de uitkeringen bedoeld zijn ter overbrugging of aanvulling van het inkomen van de (ex-)werknemer tot de pensioendatum (vgl. Hoge Raad 15 juni 2012, nr. 11/04002, ECLI:NL:HR:2012:BU8935). Dat is in deze zaak het geval.

 ECLI:NL:HR:2016:827

Gerelateerde artikelen