Proefprocessen over reikwijdte herstel box 3
In overleg tussen belangen- en koepelorganisaties met het Ministerie van Financiën zijn vier proefprocedures voor de massaalbezwaarplusprocedure in het box 3-dossier geselecteerd die door verschillende rechtbanken worden behandeld. Deze rechtszaken moeten antwoord geven op de vraag of ook aan de niet-bezwaarmakers over de jaren 2017 tot en met 2020 rechtsherstel voor de forfaitaire heffing in box 3 moet worden geboden.
De rechters hebben het verzoek gekregen om prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad. Dat zijn vragen waar de Hoge Raad zich nog niet eerder heeft uitgesproken. Het gaat om vragen die zich voordoen in een concrete zaak die bij een rechtbank of gerechtshof in behandeling is.
(tekst loopt door onder het blok)
Mochten de rechtbanken geen vragen stellen aan de Hoge Raad, dan gaan het ministerie en de betrokken koepel- en belangenorganisaties na een uitspraak van de rechtbank sprongcassatie instellen bij de Hoge Raad. Bij sprongcassatie wordt de gang naar het gerechtshof overgeslagen. Het zal naar verwachting wel een jaar duren voordat de eerste uitspraken door de rechtbanken worden gedaan.
Mocht de Hoge Raad oordelen dat de niet-bezwaarmakers toch recht hebben op rechtsherstel, dan komen zij in aanmerking voor rechtsherstel voor de jaren 2017-2020.
Fiscaal en financieel adviseurs hoeven geen actie te ondernemen voor hun klanten die gedupeerd denken te zijn door de box 3-affaire. Zij kunnen de vonnissen van de rechters afwachten, waarna het ministerie van Financiën nadere maatregelen bekendmaakt in dit dossier.