Premieheffing over loon van werknemers die op non-actief stonden

Rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat het loon van werknemers genoten tijdens een periode van non-actiefstelling is aan te merken als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking.

In 2014 heeft bij werkgever X een reorganisatie plaatsgevonden. Het dienstverband van meerdere werknemers is in het kader daarvan beëindigd. Voorafgaande aan de beëindiging van de dienstbetrekking zijn de desbetreffende werknemers in de loop van de maand mei 2014 door X op non-actief gesteld.

In geschil is of X premies werknemersverzekeringen verschuldigd is over het loon genoten tijdens de periode waarin de werknemers op non-actief waren gesteld (mei en juni 2014). Dat is het geval indien het loon is aan te merken als loon uit tegenwoordige arbeid.

Ingevolge artikel 22a, derde lid, onder a, Wet LB 1964 wordt met loon uit tegenwoordige arbeid gelijkgesteld: loon genoten wegens tijdelijke inactiviteit als bedoeld in artikel 628 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (BW) voor een tijdvak van maximaal 104 weken.

Volgens Rechtbank Gelderland volgt uit dit artikel dat het loon van de werknemers genoten tijdens de periode van non-actiefstelling is aan te merken als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Het andersluidende standpunt van X wordt verworpen.

De afdracht over de maanden mei en juni 2014 is terecht gedaan inclusief premies werknemersverzekeringen.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen