Precariobelasting wordt afgeschaft
Gasnetwerken, waterleidingen en elektriciteitskabels zijn voorbeelden van openbare werken van algemeen nut. Gemeenten, provincies en waterschappen kunnen daar nu precariobelasting over heffen.
Nutsbedrijven berekenen de precariobelasting over hun netwerken door in hun tarieven. Hierdoor krijgen ook inwoners van andere gemeenten, provincies of waterschappen dan die de belasting heft, te maken met de kosten.
Het is ongewenst dat burgers indirect een heffing betalen van een bestuurslichaam waarin zij geen democratisch stemrecht hebben: no taxation without representation. Dit uitgangspunt is voor minister Ronald Plasterk van BZK reden om de precariobelasting op openbare werken van algemeen nut af te schaffen. Wel stelt hij voor om een lange overgangstermijn te hanteren, tot 1 januari 2027, voor gemeenten die nu al precariobelasting heffen.
Een overgangstermijn van tien jaar is te lang, vinden VVD en PvdA. Zij willen de precariobelasting op openbare werken van algemeen nut per 1 januari 2022 afschaffen. Het CDA wil de overgangstermijn nog verder bekorten, tot 1 januari 2019.
Plasterk heeft in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten gekozen voor een overgangstermijn van tien jaar. Gemeenten krijgen zo voldoende tijd om eventuele gaten in hun begroting te dichten. De minister kan ook leven met een overgangstermijn van vijf jaar, maar twee jaar is volgens hem echt te krap.
De Kamer stemt op 21 februari over het wetsvoorstel.