Pensioenuitkering geen onderdeel gebruikelijk loon

Een directeur-grootaandeelhouder (dga) mag zijn pensioenuitkering niet tot het gebruikelijk loon rekenen. Dat heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant bepaald in een geschil tussen de dga en de Inspecteur.

De dga doet via de bv in deeltijd advieswerk, hiervoor ontvangt hij een beloning. Nadat hij in 2011 65 jaar werd, ging deze met 30.000 euro omlaag. Hij ontvangt sinds 2011 ook een pensioenuitkering van de bv.

De dga gaf hierna 30.000 euro minder op als inkomen in zijn aangifte. De Inspecteur verhoogde dit met 12.000 euro, na de bepaling dat het gebruikelijk inkomen voor de dga niet 30.000 maar 42.000 euro is. De zaak draaide om de vraag of die verhoging van het inkomen van de dga uit de bv op grond van artikel 12a Wet LB 1964 terecht is. De dga vond het onterecht dat bij de bepaling de ontvangen pensioenuitkering geen onderdeel uitmaakt van het gebruikelijk loon. De rechtbank geeft de Inspecteur gelijk. Volgens de rechter moet er sprake zijn van een relatie tussen de verrichte werkzaamheden en het zakelijk te achten salaris uit de bv. De pensioenuitkering is geen directe vergoeding is voor het uitgevoerde werk en behoort daarom niet tot het gebruikelijke loon, bepaalde de rechter. 

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen