Pensioenfondsen krijgen forse klappen in oktober
Dit komt door forse klappen op de aandelenbeurzen. Daarnaast daalde ook de rente. De beleidsdekkingsgraad, die leidend is voor kortingen en indexatie, bleef stabiel op 109 procent.
Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon.
Fragiel herstel weer teniet gedaan
Na de hoop van september, waar er weer perspectief leek te zijn, zijn de klappen van oktober een forse tegenvaller. Fondsen die uit de gevarenzone leken te zijn, zitten daar nu weer middenin.
Ondertussen lijken de onderhandelingen over het pensioenakkoord vast te zitten op discussie over de rente. De bonden willen overstappen naar de Europese UFR (EIOPA UFR). Rekening houdend met de lange termijn EIOPA UFR betekent dit al gauw een verbetering van de gemiddelde dekkingsgraad met 2,5 procent. Vooralsnog lijkt minister Koolmees vast te houden aan de huidige rentemethodiek. De bonden hebben al aangegeven bereid te zijn tot acties mocht de rente tot een breuk in de onderhandelingen leiden.
Voor de fondsen blijft het spannend hoe het nieuwe pensioencontract eruit gaat zien, juist nu de kortingsdreiging voor een aantal fondsen weer op tafel ligt. Een verbetering van de dekkingsgraad met 2,5 procent kan zomaar het verschil maken.
“De klappen op de beurzen van deze maand laten zien hoe fragiel het herstel van de fondsen is. Gevoelsmatig lijken zij weer terug bij af en de kortingsdreiging voor een aantal pensioenfondsen ligt weer op tafel,” zegt Frank Driessen, Chief Executive Officer van Aon Retirement & Investment. “Pensioenfondsen moeten zich voorbereiden op een periode van grote onzekerheid. Fondsen in de gevarenzone moeten zich goed voorbereiden op eventuele kortingen door duidelijke communicatie naar de deelnemers. Eventuele kortingen, naast het gemis aan indexatie, komt de beeldvorming over ons pensioenstelsel helaas niet ten goede. Wij hopen dat de onderhandelingen over ons pensioenstelsel snel tot een concreet resultaat leiden.”
Rente gedaald, verplichtingen gestegen
Na de stijging in september, daalde de swaprente in oktober gemiddeld met ongeveer twee tot drie basispunten. De Ultimate Forward Rate (UFR), waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, is 2,4 procent. Door de rentedaling nam de waarde van de verplichtingen per saldo met ongeveer 0,8 procent toe.
Vermogen pensioenfondsen gedaald
Het vermogen van pensioenfondsen kreeg forse klappen in oktober. Met name de aandelenmarkten noteerden verliezen: de aandelen in ontwikkelde markten noteerden een verlies van 5 procent. Voor de opkomende markten was dat zelfs ruim 6 procent. Er is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen, maar eerder een samenloop van omstandigheden waaronder de onrust over de toekomstige winstontwikkeling van ondernemingen in combinatie met hoge verwachtingen, onrust over een groeivertraging in China en oplopende geopolitieke spanningen en mogelijke effecten op de wereldhandel. De veroorzaakte nervositeit op de markten zorgt voor grote uitslagen in de koersen.
In vergelijking met de volatiliteit op de aandelenmarkten veranderde de vastrentende waardenportefeuille nauwelijks van waarde. De staatsobligaties konden nog een lichte plus noteren, maar credits bleven vrijwel gelijk in waarde door de toegenomen spread. Ook high yield en emerging market debt noteerden verliezen door de toegenomen onzekerheid.
Het onroerend goed noteerde een licht verlies en alternatieven zaten eveneens in de min. Per saldo nam de portefeuille af met ongeveer 2 procent.