Parkeerbelasting tijdig voldaan, geen kostenvergoeding voor rechtsbijstand door echtgenoot

Gerechtshof Den Bosch heeft een opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting vernietigd, omdat de heffingsambtenaar naar het oordeel van het Hof niet aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende niet onverwijld en ononderbroken handelingen heeft verricht die zijn gericht op het betalen van de verschuldigde belasting.

Een vrouw heeft haar auto op 15 januari 2015 om 17.14 uur geparkeerd, heeft haar dochtertje uit het zitje op de achterbank gehaald en is met haar naar een slagerij gelopen. Om 17.15:28 uur heeft de vrouw haar auto vanuit de slagerij succesvol aangemeld voor gsm-parkeren.

Een parkeercontroleur had daarvoor om 17:14:43 geconstateerd dat de vrouw niet over een geldige parkeerkaart dan wel parkeervergunning beschikte en dat de auto evenmin was aangemeld voor gsm-parkeren. Hij heeft daarom een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd.

In geschil is of de vrouw, door na aanvang van het parkeren een slagerij binnen te lopen, onverwijld en ononderbroken handelingen heeft verricht die zijn gericht op het betalen van parkeerbelasting. Volgens Hof Den Bosch is dat, uitgaande van de aanmelding om 17.15:28 uur en een door partijen veronderstelde aanmeldtijd van 30 seconden, het geval. Gelet hierop is de naheffingsaanslag parkeerbelasting ten onrechte opgelegd.

De vrouw heeft geen recht op vergoeding van door haar echtgenoot (advocaat) verleende rechtsbijstand omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat deze rechtsbijstand op zakelijke basis heeft plaatsgevonden. De kosten die zijn verbonden aan de door een kantoorgenoot van de echtgenoot verleende rechtsbijstand gedurende de bezwaarfase komen wél voor vergoeding in aanmerking.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen