Opsteller van rommelend rapport over beleggingsverlies berispt
Op basis van zijn rapport moest vermogensbeheerder Harmony een gedupeerde klant drie ton betalen. Maar volgens de tuchtrechter ontbeert dit rapport op cruciale onderdelen een deugdelijke grondslag.
Door Michiel Satink
Zaaknr. 22/1961
De vermogensbeheerder voerde een onjuist beleggingsbeleid waardoor een klant drie ton verloor, zo oordeelde het gerechtshof in Amsterdam in november 2016. Dat oordeel was voor een belangrijk deel gestoeld om het rapport van de beklaagde accountant. De klant wilde geen risico's lopen met zijn beleggingsportefeuille, maar dat gebeurde wel. Voor rekening en risico van de klant werd een strategie gevoerd gericht op daling van de beurzen. Toen dat niet gebeurde, werd gekozen voor een strategie gericht op juist stijgende koersen. Toen de beurzen toch daalden werden grote verliezen geleden. De vermogensbeheerder had volgens het hof nagelaten de klant te waarschuwen dat voor zijn gehele inleg een zeer risicovolle strategie werd gevolgd.
De gedupeerde klant had de accountant gevraagd met een 'rapport van feitelijke bevindingen' te komen die vervolgens ingebracht werd in de gerechtelijke procedure. De accountant gebruikte de Standaard 4400N, voor een rapport van feitelijke bevindingen dus, maar heeft dit niet met anderen – waaronder Harmony – afgestemd. De beoogd gebruikers van dat rapport waren wel degelijk ook Harmony, net als de raadsheren die zich bij het hof over deze kwestie bogen. Volgens deze standaard is de opsteller "verplicht de te verrichten werkzaamheden met hen te overleggen. Deze verplichting is betrokkene niet nagekomen in relatie tot klagers en de bedoelde leden van het hof'', stelt de Accountantskamer in haar oordeel. Volgens de accountant was dat niet nodig maar daarmee miskent hij wat bedoeld wordt met 'overleg' in deze standaard.
De klagers meenden ook dat het rapport bol stond van de oordelen. De RA is aan de haal gegaan met het schadebedrag, zo zei advocaat Dick Alblas. Zijn 'expliciete en impliciete oordelen' gaan verder dan een rapport van feitelijke bevindingen, betoogde hij. Volgens advocaat Arjen Witteveen – die de beklaagde accountant bijstond – worden die 'impliciete en expliciete oordelen' alleen door de klagers gesteld zonder die uit te leggen. "In het rapport staat geen oordeel. We horen 'framen, suggereren, een zweem van' en dat alles verhult dat er eigenlijk geen oordeel in staat.'' Ook de tuchtrechter vindt dat "geen enkel voorbeeld van een mening, oordeel of suggestie aan de kaak gesteld (wordt), zodat het verwijt blijft steken in een stelling die niet is toegelicht en onderbouwd''.
Ook de berekening van het verlies van de klant van Harmony rommelt. Zijn reactie op een geheel andere berekening van klagers was geen feitelijke bevinding omdat deze niet objectief kan worden geverifieerd. "Betrokkene heeft zijn subjectieve oordeel over de berekening van het beleggingsverlies gegeven door bij de berekening van klagers bepaalde posten op te tellen'', stelt de Accountantskamer. Het optellen van die posten lichtte hij niet toe. Ook nam hij een debetstand aan per 31 december 2010 van 114.215 euro zonder het voorbehoud dat een werkelijke, mogelijk afwijkende stand per die datum, tot een andere uitkomst zou leiden. De accountant wist namelijk de daadwerkelijk stand van die datum niet. "De berekening van het beleggingsverlies per 31 december 2010 berust daarom niet op een deugdelijke grondslag.''
De accountant is niet eerder door de tuchtrechter veroordeeld. Daarom laat de Accountantskamer het bij een berisping.