Via regelvloedgolf naar duurzaamheid

De nieuwe Europese duurzaamheidsregels zijn zo gedetailleerd en complex, dat de perfectie de vijand van het goede dreigt te worden. Hoe dit te voorkomen?

Via een omvangrijk pakket aan nieuwe duurzaamheidsregels intervenieert de Europese Unie vergaand in het bestuur en de verslaglegging  van vele ondernemingen. De Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD),  de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de op de CSRD gebaseerde European Sustainability Reporting Standards (ESRS) schrijven voor dat bedrijven zowel in eigen huis als in hun waardeketens alles doen wat binnen hun macht ligt om bij te dragen aan een duurzame samenleving. 

Ook moeten ze al snel in hun jaarverslagen op precieze wijze volgens uniforme standaarden én onderworpen aan accountantscontrole, tekst en uitleg geven over duurzaamheidsrisico’s voor hun organisaties én over de duurzaamheidsimpact van hun organisaties. Deze in de lidstaten te implementeren nieuwe regels zijn ontworpen en vastgesteld ten behoeve van een duurzame samenleving, een existentieel doel. Met name de verslaggevingsregels zijn echter zó gedetailleerd en complex, dat de perfectie de vijand van het goede dreigt te worden. 

Regels werken niet

De grootschalige inzet van externe consultants in de voorlichting en voorbereiding rond deze ‘reporting & audit explosion’ weerspiegelt deze veelheid en complexiteit. Uit onderzoek blijkt tevens dat teveel regels niet werken. Er komt dan  te veel focus op compliance en  ’afvinken’, hetgeen de aandacht afleidt van het doel waarom het uiteindelijk draait. Het middel wordt dan een doel op zich. Een te sterk op compliance gerichte benadering kan bovendien bij ondernemingen de eigen innovatiekracht, verantwoordelijkheidsbeleving, ambities en motivatie rond duurzaamheid wegdrukken. Dat kan uiteraard niet de bedoeling zijn. 

De grootschalige inzet van externe consultants in de voorlichting en voorbereiding rond deze ‘reporting & audit explosion’ weerspiegelt deze veelheid en complexiteit. Uit onderzoek blijkt tevens dat teveel regels niet werken.

Zeker, ondernemingen en andere betrokken partijen zullen hun verantwoordelijkheid moeten nemen en dat in een situatie van enorme tijdsdruk én krapte op de arbeidsmarkt. Ondernemingen zelf moeten snel en stevig werk maken van het verder op duurzame leest schoeien van hun governance en informatievoorziening. Publieke organisaties vallen weliswaar niet rechtstreeks onder de nieuwe regels, maar doen er goed aan in dezelfde ontwikkeling mee te lopen. Accountants moeten hun controles op duurzaamheidsinformatie voorbereiden, en daarnaast via het delen van hun kennis en inzichten ondernemingen kunnen helpen om stappen voorwaarts te zetten.  En ook toezichthouders moeten hun blik verruimen naar duurzaamheid.  

[avg-advertorial slug=”verdiep-je-in-duurzaamheid”]

Kennisdeling

Vanwege de geschetste gevaren pleiten wij ervoor dat de genoemde partijen bij de toepassing van deze vloedgolf aan nieuwe duurzaamheidsregels kiezen voor een benadering van gezamenlijk leren van successen en fouten,  uitgaande van vertrouwen en met focus op het doel waarvoor de regels zijn gesteld. Het delen van kennis en best practices, en toepassing van informele interventies zullen zeker in de eerste fase van het leren omgaan met de nieuwe duurzaamheidswetgeving beter kunnen werken dan formele boetes en andere sancties. 

Regels helpen de duurzaamheidsdialoog

Wij onderschrijven op dat punt de bijdrage van Laura van Geest in haar FD-column van 9 juni jl. over effectief en doelmatig toezicht. Natuurlijk komt er dan wel een moment dat onwillige bedrijven moeten voelen dat het menens is. Bij de bepleite aanpak past ook dat de Europese Commissie en betrokken ministeries de gewenste en ongewenste effecten van de regels in de praktijk van meet af aan regelmatig evalueren,  en de hieruit voortkomende feedback aanwenden voor wenselijke aanpassing van de regels en het achterliggende beleid. Voorop moet blijven staan dat de regels helpen de dialoog tussen ondernemingen en hun stakeholders structureel te verrijken met het onderwerp duurzaamheid, zodat een duurzame samenleving echt dichterbij kan komen.

Meer dan een zee van regels

De weg naar duurzaamheid vergt meer dan een zee van regels. Het is tijd voor een gecoördineerde inspanning tussen overheid, bedrijven, controleurs en toezichthouders, waarbij gezamenlijk leren en echte duurzaamheidsactie centraal staan. Laten we binnen de hele EU de kracht van samenwerking benutten om duurzame vooruitgang te boeken, terwijl we de valkuilen vermijden die het ware doel kunnen schaden.


Martin de Bree is verbonden aan de Rotterdam School of Management en directeur/eigenaar van Next Step Management. 
Martin Dees is voormalig hoogleraar public auditing & accounting aan Nyenrode Business Universiteit, thans strategisch adviseur public sector auditing & accounting bij de Algemene Rekenkamer. Steffie van den Bosch is universitair docent Ondernemingsrecht aan Tilburg University. 


 

Gerelateerde artikelen