Oorzaken van de crisis op de varkensmarkt

Waarom liggen de prijzen in de varkenssector nog steeds onder de kostprijs?
Daaraan is vooral debet, volgens de Rabobank, de verplichte invoering van de groepshuisvesting van zeugen in januari 2012. Tussen 2011 en 2013 nam het aantal zeugen af door de lagere zeugenbezetting (door het aanpassen van de stallen) en stoppende varkenshouders. In 2014 waren alle bedrijven weer volledig productief en had een aantal bedrijven de omschakeling met opschaling gecombineerd.
 
Resultaat: een lichte groei van de zeugenstapel in de EU in 2014, met 470.000 stuks (+0,3%). Die groei werd gedragen door de forse, door de overheid ondersteunde groei van de zeugenstapel in Spanje (+4,8%). Samen met de stabiele toename van het aantal biggen per zeug (0,4 big per jaar) en de toename van het slachtgewicht, leidde dit tot de groei van de productie van varkensvlees in de EU met 2,8%: een recordhoeveelheid van 22,95 miljoen ton in 2015 (zie figuur 1).
 
 
De consumptie van varkensvlees stabiliseerde in 2015 op 20,2 miljoen ton, na een afname van 1,5 miljoen ton in de periode 2007 tot 2014. De stabiele consumptie en toename van de productie resulteerde in een stijging van de zelfvoorzieningsgraad in 2015, van 110% naar 114%. Een en ander betekende dat in 2015 circa 2,7 miljoen ton varkensvlees buiten de EU moest worden afgezet. Ondanks een toename van de export met 142.000 ton tot 1,9 miljoen ton (+8,3%), bleef er 800.000 ton over voor opslag of verkoop via andere kanalen, zoals huisdiervoedsel of rendering. 
Het gevolg was een forse daling van de EU-referentieprijs van varkens, tot slechts € 1,26 per kilo varkensvlees (karkasgewicht) in december 2015 en een verdieping van de crisis in de Europese varkenshouderij.
Herstel van de Europese varkensmarkt zal pas optreden als het aanbod afneemt en de afzet (consumptie en export) toeneemt. 
 
Gerelateerde artikelen