Ook bij doorlening ligt verplichtstelling StiPP op de loer

Is een onderneming die werknemers niet rechtstreeks aan de eindklant, maar via een zogenoemde broker (tussenpersoon) ter beschikking stelt, een uitzendorganisatie onder het verplichte bedrijfstakpensioenfonds StiPP (Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten)?

Recentelijk werd deze vraag door de het hof in Amsterdam [1] bevestigend beantwoord.

Een onderneming is verplicht zich aan te sluiten bij StiPP als zij voor meer dan 50% van het premieplichtig loon op jaarbasis werknemers ter beschikking stelt aan een derde om krachtens een door deze verstrekte opdracht en onder diens leiding en toezicht werkzaamheden te verrichten. Ofwel: als wordt voldaan aan de definitie van een uitzendovereenkomst als bedoeld in artikel 7:690 BW.

In deze situatie stelde StiPP dat Percival verplicht was zich aan te sluiten, omdat zij voldeed aan deze omschrijving. Percival was het daar niet mee eens, omdat zij werkte via een zogenoemde 'broker'. Deze broker had een overeenkomst gesloten met de eindklant waar de werknemers van Percival uiteindelijk ter beschikking werden gesteld. Hierdoor was geen sprake van een door de eindklant verstrekte opdracht aan Percival. Met andere woorden: in geval er sprake is van doorlening, is geen sprake van een uitzendovereenkomst.

De kantonrechter [2] ging mee in deze redenering, maar is nu door het Hof Amsterdam teruggefloten. Ook als er wordt gewerkt via een 'broker' is voldaan aan de definitie van een uitzendovereenkomst, omdat deze uitsluitend de rol van bemiddelaar heeft. Uiteindelijk stelt Percival werknemers ter beschikking aan de eindklant om onder diens leiding en toezicht te werken. Dat er qua overeenkomst sprake is van een tussenstap (zoals de kantonrechter had aangenomen) doet niet  ter zake. 

[1] ECLI:NL:GHAMS:2017:3723

[2] ECLI:NL:RBAMS:2015:886

(Door: Irene Luijt-Visser, sectievoorzitter Arbeid & Organisatie en Jenneke Kamp, advocaat sectie Arbeid & Organisatie Marxman advocaten)

Gerelateerde artikelen