Onterechte naheffing maar terechte vergrijpboetes

Rechtbank Den Haag oordeelt dat een bv geen diensten heeft geleverd die een naheffingsaanslag rechtvaardigen.

Een boekenonderzoek bij een bv over de jaren 2012 en 2013 wijst het volgende uit:

– te betalen omzetbelasting: € 47.686;
– betaald op aangifte € 12.337;
– naheffing € 35.069.

Op het beroep van de bv tegen de naheffingsaanslag over de jaren 2012 en 2013 oordeelt Rechtbank Den Haag dat de belastinginspecteur er in beginsel van kon uitgaan dat de door de bv geboekte omzet werd behaald met door haar verrichte diensten die onderworpen zijn aan de heffing van omzetbelasting. De bv heeft op die omzet correcties aangebracht, omdat de omzet deels niet door haar zou zijn behaald maar door een andere vennootschap.

Weliswaar is sprake van gebreken in de administratie van de bv, maar naar het oordeel van de rechtbank heeft de bv de door haar aangebrachte correcties op de omzet aannemelijk gemaakt. De rechtbank is daarom van oordeel dat de bv geen diensten heeft geleverd die de naheffing van omzetbelasting rechtvaardigen.

Met betrekking tot de vergrijpboetes oordeelt de rechtbank dat deze terecht zijn opgelegd en passend en geboden zijn. Wel worden deze gematigd wegens overschrijding van de redelijke termijn.

(Bron: Fiscanet

Gerelateerde artikelen