Onterechte naheffing BPM

De Inspecteur van de Belastingdienst heeft ten onrechte een naheffingsaanslag BPM opgelegd aan een bestuurder van een auto die niet in Nederland was geregistreerd. Dit heeft Gerechtshof Den Bosch geoordeeld.

Belanghebbende is tijdens een controle op 4 juli 2013 aangetroffen als bestuurder van een auto die niet in Nederland is geregistreerd. Op het moment van de controle was de auto voorzien van tijdelijke Duitse kentekenplaten op naam van belanghebbende. De auto was eigendom van de broer van belanghebbende. Ter zake van deze constatering heeft de Inspecteur een naheffingsaanslag BPM opgelegd. In geschil is of belanghebbende op het controletijdstip als inwoner van Nederland kan worden aangemerkt.

Voor het vaststellen van inwonerschap is van belang of de omstandigheden van dien aard zijn dat een duurzame band van persoonlijke aard bestaat tussen belanghebbende en Nederland. De enkele omstandigheid dat hij regelmatig in Nederland is voor familiebezoek is daarvoor onvoldoende. Volgens Hof Den Bosch heeft de Inspecteur niet aan zijn bewijslast voldaan dat belanghebbende op 4 juli 2013 inwoner van Nederland was.

De Inspecteur heeft ter zitting nog opgemerkt dat belanghebbende inzicht zou moeten geven in de pinbetalingen in Nederland en in kassabonnen van het tanken wanneer hij naar Nederland rijdt. Voor zover de Inspecteur hiermee bedoelt te stellen dat dan een duidelijk beeld naar voren komt over de perioden waarin belanghebbende in Nederland is, overweegt het Hof dat de Inspecteur hiermee miskent dat de bewijslast niet op hem, maar op de Inspecteur rust. De naheffingsaanslag wordt vernietigd.

 

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen