Onterechte correctie privégebruik auto; ritten naar stadion zijn zakelijk

28 juni 2017

In hoger beroep bij Gerechtshof Den Haag heeft de Inspecteur van de Belastingdienst niet aannemelijk weten te maken dat de autoritten die een dga maakte naar een voetbalstadion vooral of uitsluitend privédoeleinden dienden. Deze ritten dienen bij de berekening van het aantal privékilometers dan ook buiten beschouwing te blijven.

Een bv is een houdstermaatschappij met werkzaamheden in de vastgoedwereld. In deze procedure is in geschil of de door de bv aan haar dga ter beschikking gestelde auto voor niet meer dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden is gebruikt.

Volgens Rechtbank Den Haag is dat het geval. De Inspecteur heeft hoger beroep ingesteld maar Gerechtshof Den Haag verklaart dat ongegrond.

Het Hof is met de Rechtbank van oordeel dat de bv met de overgelegde kilometeradministratie en verklaringen afdoende heeft doen blijken dat voor de jaren 2009 tot en met 2012 de door haar ter beschikking gestelde auto voor niet meer dan 500 kilometer is gebruikt in privé.

Het Hof acht door de bv aannemelijk gemaakt dat zij business seats in een stadion en seizoenkaarten heeft aangeschaft om haar directeur in staat te stellen om contacten te leggen en te onderhouden met (potentiële) klanten. De bv heeft aannemelijk gemaakt dat de ritten van de dga naar het stadion in overwegende mate zakelijke doeleinden dienden. Deze ritten dienen bij de berekening van het aantal privékilometers buiten beschouwing te blijven.

De Inspecteur heeft zijn stelling dat sommige ritten naar het stadion vooral of uitsluitend privédoeleinden dienden, tegenover de gemotiveerde weerspreking daarvan door de bv, niet aannemelijk gemaakt. Voor zover de Inspecteur heeft willen betogen dat van de bv kan worden verlangd dat zij een verband legt en aantoont tussen een bepaald bezoek aan het stadion en een specifieke transactie, volgt het Hof de Inspecteur daarin niet, nu de wet niet in een zo ver gaande verzwaring van de bewijslast van de bv voorziet.