Onroerendgoedhandelaar heeft geen recht op aftrek voorbelasting

19 april 2017

De naheffingsaanslag en de verzuimboete die door de Inspecteur waren opgelegd aan een onroerendgoedhandelaar, worden door Rechtbank Zeeland-West-Brabant in stand gelaten. De verkoop van de onroerende zaken was vrijgesteld van btw.

De activiteiten van een btw-ondernemer bestaan uit de aan- en verkoop van onroerend goed en de bemiddeling daarbij. De Inspecteur heeft alle voorbelasting nageheven (€ 34.726) omdat de ondernemer met betrekking tot de verkoop van onroerende zaken en de verkoop van een pakket aandelen alleen vrijgestelde prestaties heeft verricht. Ook heeft hij een verzuimboete opgelegd. Rechtbank Zeeland-West-Brabant laat de naheffingsaanslag en de verzuimboete in stand. De verkoop van de onroerende zaken was vrijgesteld van btw.

Voor wat betreft de verkoop van een aandelenpakket oordeelt de Rechtbank dat uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie valt af te leiden dat het verwerven, het houden en het verkopen van een pakket aandelen in beginsel niet kan worden aangemerkt als een economische activiteit in de zin van de Btw-richtlijn. Het verkopen van een pakket aandelen valt binnen de werkingssfeer van de btw, wanneer zij wordt verricht in het kader van een bedrijfsmatig handelen in effecten dan wel met het oog op een directe of indirecte inmenging in het beheer van de vennootschappen waarin wordt deelgenomen, of wanneer zij het rechtstreekse, duurzame en noodzakelijke verlengstuk van de belastbare activiteit vormt (onder meer SKF, C-29/08, ECLI:EU:C:2009:665).

Echter, niet is gebleken dat de verkoop van het aandelenpakket is verricht in het kader van een bedrijfsmatig handelen in effecten dan wel met het oog op een directe of indirecte inmenging in het beheer van de vennootschappen waarin wordt deelgenomen, of het rechtstreekse, duurzame en noodzakelijke verlengstuk van de belastbare activiteit vormt. De aandelenoverdracht en het aandelenbezit zijn daarmee niet-economische activiteiten waarvoor geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat (HvJ gevoegde zaken Larentia + Minerva, C-108/14 en C-109/14, ECLI:EU:C:2015:496).