Onjuist hofoordeel over passivering stamrechtverplichting

De Hoge Raad is het niet eens met een oordeel van Gerechtshof Den Haag over de passivering van een stamrechtverplichting.

Een bv heeft begin 2009 aan haar directeur-grootaandeelhouder een stamrecht toegekend dat in zou gaan op de 65-jarige leeftijd van deze directeur-grootaandeelhouder. De stamrechtverplichting is eind 2009 op de balans opgenomen voor een bedrag van € 243.266. 

De belastinginspecteur heeft de waarde van het stamrecht met toepassing van art. 3.29 Wet IB 2001 bepaald op € 210.999. Het verschil dient volgens hem aan de winst 2009 te worden toegevoegd. 

Gerechtshof Den Haag was van mening dat de wetssystematiek mee brengt dat het verschil niet aan de winst hoeft te worden toegevoegd. De Hoge Raad is het hier echter niet mee eens. Het oordeel van gerechtshof Den Haag berust op een onjuiste rechtsopvatting, aldus de Hoge Raad. 

Bron: Fiscanet 
 

Gerelateerde artikelen