Ongegrond beroep inzake nageheven loonheffing Poolse arbeidskrachten

Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft een belastinginspecteur aannemelijk gemaakt dat een onderneming Poolse arbeiders in loondienst had en niet inhuurde, zoals de onderneming zelf beweerde.

Een onderneming had als doel bemiddeling in en het aannemen en uitvoeren van klussen. Feitelijk hield de onderneming zich bezig met het opknappen van woningen die in het bezit zijn of waren van een bepaalde familie. Voor de uitvoering van de bouwwerkzaamheden werd gebruik gemaakt van Poolse arbeidskrachten. Van de onderneming is over de jaren 2008 en 2009 loonheffing nageven.

Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de belastinginspecteur aannemelijk gemaakt dat de Poolse arbeiders in loondienst zijn bij de onderneming. De stelling van de belanghebbende dat er sprake was van inlening van Poolse arbeiders, acht Rechtbank Zeeland-West-Brabant onvoldoende onderbouwd.

De onderneming heeft voorts bestreden dat sprake is van premieplicht in verband met de aanwezigheid van E101-verklaringen. Deze stelling kan de onderneming echter niet baten, omdat de E101-verklaringen al zien op een andere inhoudingsplichtige.

De nageheven bedragen aan loonheffing over de jaren 2008 en 2009 berusten volgens de rechtbank op een redelijke schatting. De opgelegde boeten worden verminderd vanwege een ambtshalve geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn.

(Bron: Fiscanet

Gerelateerde artikelen