Ondeugdelijke rittenregistraties: naheffingsaanslagen en boetes terecht

14 juni 2017

De Inspecteur van de Belastingdienst heeft terecht naheffingsaanslagen en boetes opgelegd aan een bv in verband met het privé gebruik van de auto van de zaak door een dga. De overgelegde rittenregistraties zijn ondeugdelijk, zo heeft Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden geoordeeld.

Een bv exploiteert een binnenvaartschip. Haar dga vaart als kapitein op het schip, veelal in België. De bv heeft in 2009 en 2010 een auto ter beschikking gesteld aan de dga. De dga en diens echtgenote beschikten in 2009 en 2010 in privé niet over een auto. Met de auto zijn zowel in 2009 als in 2010 verschillende ritten naar Frankrijk gemaakt (circa 1.200 kilometer vanaf het woonadres van de dga). Aan de bv zijn naheffingsaanslagen loonheffing opgelegd met vergrijpboetes in verband met privégebruik auto door de dga.

De heeft in hoger beroep andere rittenregistraties over de jaren 2009 en 2010 overgelegd dan in de fase van bezwaar en van beroep bij Rechtbank Gelderland. Ter zitting van Hof Arnhem-Leeuwarden heeft de gemachtigde van de bv desgevraagd verklaard dat de vraag of de bv heeft voldaan aan de op haar rustende bewijslast inzake, kort gezegd, het gebruik van de auto, dient te worden beoordeeld aan de hand van de in hoger beroep overgelegde rittenregistraties.

Nog daargelaten het antwoord op de vraag of de ritten naar Frankrijk – vanuit het gezichtspunt van de bv – als zakelijk kunnen worden aangemerkt, slaagt de bv er met deze in hoger beroep overgelegde rittenregistraties niet in overtuigend aan te tonen dat de auto in de onderhavige jaren op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt. De rittenregistraties zijn ondeugdelijk. De naheffingsaanslagen zijn terecht opgelegd.

Het Hof acht sprake van ten minste grove schuld. De Inspecteur heeft derhalve terecht vergrijpboetes opgelegd. De door de Inspecteur – na bezwaar – opgelegde boetes van € 4.629 (2009) en € 3.095 (2010) acht het Hof passend en geboden.