Onderzoek: werknemer blijft 1 op 3 dagen thuis werken
Werknemers zullen ruim een derde van hun werktijd vanuit huis aan de slag blijven, meldt de Rabobank na onderzoek onder ruim 2000 Nederlandse werknemers.
Deelnemers aan de studie is zowel gevraagd hoeveel ze willen thuiswerken als hoeveel ze van hun werkgever verwachten te mogen thuiswerken. Rabobank-econoom Sjoerd Hardeman denkt dat de hoeveelheid tijd die mensen daadwerkelijk niet op kantoor zijn ergens tussen die twee getallen in gaat liggen.
Dat zou betekenen dat de gemiddelde werknemer 35 procent van de tijd gaat thuiswerken. Voor corona was dit slechts 24 procent van de tijd. Hardeman gaat er daarnaast vanuit dat ruim een kwart van de werknemers het merendeel van de tijd thuis zal blijven werken. Voor de virusuitbraak deed volgens hem nog minder dan een vijfde van de mensen dat.
Hoe de verdeling precies uitpakt, hangt naar verwachting af van verschillende factoren. Vooral hoogopgeleiden, werknemers met een hoger inkomen en werknemers uit de communicatie- en informatiesector en zakelijke dienstverlening, hebben vaker de wens om thuis te werken. Ook komt uit het onderzoek naar voren dat hoger opgeleide vrouwen met jonge kinderen tussen de 0 en 13 jaar duidelijk meer willen thuiswerken dan andere vrouwen.
Sinds 25 september is het advies van de overheid om thuis te werken als het kan en te werken op kantoor als dat nodig is. Werkgevers en werknemers kunnen zelf afspraken maken over een passende verdeling tussen werk op locatie en thuis. Daarmee is het thuiswerkadvies versoepeld ten opzichte van eerder. Volgens Hardeman was de vraagstelling in het Rabobank-onderzoek echt gericht op de periode dat er helemaal geen sprake meer is van een thuiswerkadvies.