Onderzoek: accountant voert controle sterk op bij slordige klant

Alerte accountant spoort fraude sneller op en beperkt de duur ervan. 

Zijn er zwaktes bij de interne beheersing van een organisatie, dan doet de controlerend accountant er een schepje bovenop. Die past de werkzaamheden aan, besteedt meer uren aan de controle en roept ervaren collega’s te hulp. Dit omdat het risico van fraude in dit soort organisaties groter kan zijn dan normaal.

Dat zijn conclusies in het door de Universiteit van Amsterdam uitgevoerde onderzoek naar controlewerk door accountants bij organisaties waar het risico op fraude in de controle toeneemt. 

Accountants die merken dat de interne beheersing bij de controleklant te wensen overlaat, scherpen de (fraude)risicoanalyse aan, gaan meer gegevensgericht testen, passen meer data analytics toe en minder offshoring en ze brengen meer senioriteit aan in het controleteam. Dit leidt voor het gehele team tot een hogere urenbesteding met substantieel meer inzet van partneruren.  

Gaan ervaren accountants zich bemoeien met de controle, dan kan dat de duur van de fraude verkorten. De kans dat fraude wordt ontdekt neemt toe. De kans op ontdekking neemt wel toe onder voorwaarde dat er een zorgvuldige besluitvorming is over de controleaanpak.

Het is voor het eerst dat in Nederland wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar de controleaanpak van accountants bij fraudegevallen. Aan het onderzoek deden acht accountantsorganisaties mee. Zij leverden op basis van vragenlijsten materiaal aan over fraudedossiers en vergelijkbare niet-fraudedossiers. 

(tekst loopt door onder het blok)

Het onderzoek vanuit de Universiteit van Amsterdam, in opdracht van de NBA, is een vervolg op onderzoek van twee jaar geleden dat aantoonde hoe de controlerend accountant materiële fraudes kan missen. De oorzaak ligt in een zuinige professioneel-kritische instelling en een gebrekkige kennis over fraude en begrip van de sector, de entiteit en de processen. 

Het onderzoek van de Universiteit van Amsterdam komt op het moment dat de AFM kritisch is op de controlekwaliteit van accountants. Accountants zijn volgens de toezichthouder tte slap in het toetsen van elkaars werkzaamheden. Met name bij middelgrote en kleinere firma's ontbreekt diepgang bij de verplichte kwaliteitsbeoordeling door een collega.

De onderzoekers hebben de omstandigheden bij 37 (materiële) fraudecases bij gecontroleerde entiteiten vergeleken met een controlegroep van 37 vergelijkbare entiteiten zonder fraude. 

Daarbij is gekeken naar de omstandigheden bij de accountantsorganisatie, zoals de inzet van mensen en middelen, het controlebudget, het controleteam (bijvoorbeeld partnerbetrokkenheid) en naar de omstandigheden bij de gecontroleerde entiteit zelf. Denk daarbij aan de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel, intern toezicht en governance, de kwaliteit van interne beheersing en communicatie. Tot slot is aandacht besteed aan de – in de desbetreffende situatie – toegepaste controleaanpak.
 

 

Gerelateerde artikelen