‘Ondernemingen niet overtuigd van waarde Data & Analytics’
Hoewel de bedrijven het strategisch belang van D&A voor het sturen van de organisatie onderkennen, zijn de bestuurders nog niet overtuigd van de betrouwbaarheid en effectiviteit van de gehanteerde data analyses.
Uit internationaal onderzoek van KPMG onder ruim 2.000 bedrijven geeft bijna de helft aan dat hun C-level executives de strategie op het gebied van Data & Analytics niet volledig ondersteunen. Zo’n 70% van de ondernemingen vindt zelfs dat het gebruik van D&A het bedrijf blootstelt aan risico’s op het gebied van reputatie. “Gezien het feit dat analyses in toenemende mate bepalend zijn voor besluitvorming, is het van essentieel belang dat deze data betrouwbaar zijn”, zegt Maurice op het Veld, partner bij KPMG en verantwoordelijk voor Data & Analytics. Op het Veld: “Besluitvorming op basis van onnauwkeurige informatie zorgt ervoor dat het vertrouwen van de consument in het bedrijf snel verdwijnt. Inaccurate data ondermijnen bovendien het vertrouwen van die bestuurders die op basis van dit soort gegevens onderbouwde beslissingen moeten nemen.”
Onnodige risico’s
Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat een beperkt aantal ondernemingen op dit moment overtuigd is van de betrouwbaarheid van de inzichten die D&A biedt. Zo’n 40% vertrouwt de analyses volledig als het gaat om risicomanagement en het inzicht dat ze in hun klanten bieden. Voor het managen van de operationele bedrijfsvoering is dat iets meer dan 30%. Bedrijven die er niet in slagen om D&A onder de knie te krijgen, verliezen volgens Op het Veld niet alleen de slag met de concurrentie. Op het Veld: “Zij stellen de onderneming ook bloot aan risico’s omdat beslissingen onvoldoende onderbouwd zijn. Toch zijn de meeste bedrijven zich bewust van de waarde van D&A en het belang ervan voor bijvoorbeeld het realiseren van concurrentievoordeel. Van de onderzochte ondernemingen geeft 70% aan dat data-analyses van grote waarde zijn om inzicht te krijgen in de wijze waarop producten door consumenten worden gebruikt, hoe de bestaande klantenportefeuille eruit ziet en fraude te detecteren. Zo’n 70% vindt D&A bepalend voor het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten, het duiden van de prestatie van de onderneming en het richting geven aan de strategie en de noodzakelijke veranderingen.”
Veel vertrouwen in beginfase
Het onderzoek laat zien dat vooral bij aanvang van het proces van D&A het vertrouwen in de uiteindelijke afloop nog groot is. Op het Veld: “Het geloof in een goede afloop is het grootst in de fase waarin alle data worden verzameld. Bijna 40% geeft aan veel vertrouwen te hebben in deze fase, waarin bepaald wordt welke data relevant zijn voor de analyse. Daarna neemt het vertrouwen in het uiteindelijke resultaat allengs af, vooral in de fase waarin de analyse uiteindelijk gebruikt moeten gaan worden en de uiteindelijke effectiviteit van alle inspanningen gemeten moet worden.”
Vier pijlers
Kijkend naar de vier pijlers waarop vertrouwen gebaseerd zou moeten zijn – kwaliteit, effectiviteit, integriteit en veerkracht, constateert Op het Veld dat D&A op alle fronten tekort schiet. Op het Veld: “Niet meer dan 10% van de bedrijven geeft aan dat D&A op alle fronten voldoet aan de vereiste kwaliteit. Qua effectiviteit vindt minder dan 20% dat de modellen die zij produceren voldoende nauwkeurig zijn. En ook als het gaat om integriteit en privacy, scoren de bedrijven niet bijzonder. Slechts 13% is van mening dat hun D&A-analysen en het gebruik ervan voldoen aan de hoogste eisen op het gebied van ethiek en privacy. Qua veerkracht, het optimaliseren van de analyses op de langere termijn in het kader van veranderingen en nieuwe ontwikkelingen, geeft minder dan 20% aan dat zij beschikken over de noodzakelijke kaders. Een bewijs van het feit dat het proces voor veel bedrijven nog een forse uitdaging vormt.”