Ondernemer sleept accountant voor rechter na naheffing
Uit een lang relaas van de ondernemer viel vrijdag op te maken dat het kantoor er fiscaal met de pet naar had gegooid. De raadsvrouw van de beklaagde vatte zijn klachten in enkele door hem gebezigde woorden samen: ontkenning, onwil, vervalsen van een handtekening, liegen en bedriegen. “Van dat alles is niets gebleken”, concludeerde zij. Dat consequent dubbele rentes waren berekend, ontdekte de ondernemer naar eigen zeggen ‘ergens in 2013 of 2014’.
De aanleiding van die ontdekking was de vervalsing van een handtekening. Een stuk was ondertekend door een AA van het kantoor. “Dat is gegaan per opdracht. Dat is niet het vervalsen van een handtekening”, zei de voorzitter van de Accountantskamer. De beklaagde zei niets te weten van een opdracht daartoe. Medio 2013 ging de RA zich namens zijn kantoor met het dossier bemoeien. Naar tevredenheid van de ondernemer, zo leek. Maar nagekomen belastingaanslagen waren het laatste zetje dat de ondernemer nodig had om een klachtprocedure bij de Accountantskamer aanhangig te maken.
De raadsvrouw van de RA kon het korter houden. “De stelling van de klager ziet op perikelen waarvoor de accountant geen vaktechnische verantwoordelijkheid kan dragen. Ik heb veel gehoord over fiscale zaken, maar de naam van mijn cliënt wordt daarin niet genoemd.” Volgens haar gaat het om iets heel anders. “Meneer wil dat zijn administratie onder de loep genomen wordt door een onafhankelijk kantoor om vast te stellen of fiscale berekeningen juist waren of niet. Dat doel wordt niet bereikt met deze klacht.” Binnen het kantoor was de beklaagde niet verantwoordelijk voor de fiscale zaken, zei de accountant. Hij concludeerde wel dat het kantoor fout gecommuniceerd had. “Maar er zijn geen foute aangiftes ingediend, is mij verzekerd.”
Vonnis over circa vijftien weken.
(Zaaknr. 16/921)
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]