Ondernemer klaagt reddende accountant aan

Een noodlijdende IT-ondernemer vond in een accountant zijn reddende engel. Maar kreeg vervolgens het idee dat hij een wurgcontract getekend had. Beide partijen stonden vrijdag tegenover elkaar bij de tuchtrechter.

Want had de accountant de ondernemer mogen adviseren bij een softwarebouwer weg te gaan om vervolgens partner van hem te worden? De eenmanszaak van de klager leidde een kwakkelend bestaan. Om echter van zijn contractpartner af te komen was een bedrag van 18.000 euro nodig. Volgens de beklaagde accountant was het een jurist die de klager zelf inhuurde die hem adviseerde dat contract te ontbinden. Volgens de klager zat die jurist er alleen maar tussen omdat de accountant dat wilde. Het was juist de beklaagde die voorstelde dat de klager het contract zou ontbinden om vervolgens een samenwerking met diezelfde beklaagde aan te gaan. Het verwijt aan het adres van de accountant is dat hij misbruik maakte van zijn positie en van de onwetendheid van klager. En hem dwong door te gaan met de onderneming onder dreiging van sancties. Dat de accountant vindt dat hij als privépersoon optrad, is voor de klager niet te begrijpen. “Meneer ging voor eigen gewin'', zei advocaat Roland Verweij. De accountant regelde alle financiën en fiscale aangelegenheden. De correspondentie namens de gezamenlijke vennootschap werden door zijn accountantskantoor gevoerd. Het was het advies van de accountant geweest waardoor de klager het contract met de softwarebouwer verbrak. “En daar gaat het tuchtrechtelijk mis. Een accountant moet een cliënt niet verplichten akkoord te gaan met een door hem verstrekte lening onder strikte voorwaarden met forse rentepercentages. De klager is er door het verbreken van dat contract alleen maar slechter op geworden.''

Advocaat Oscar Hijink wilde het beeld van de klager als naïef persoon graag bestrijden. Beide partijen zijn goed opgeleid en zijn weloverwogen de samenwerking aangegaan. Volgens de aangeklaagde accountant was niet hij maar de klager degene die als eerste de samenwerking opperde. “Als waarborg stelde ik dat hij advies inwon bij een jurist.'' Met de beëindiging van het contract had hij geen bemoeienis. Dat hij tegelijk zakenpartner was maar ook de privéaangifte deed van klager, daarin zag hij geen problemen. Hij leende de klager de benodigde 18.000 euro aan afkoopsom en stortte nog eens 80.000 euro in het gezamenlijke bedrijf. Die onderneming faalde en nu zitten beide heren elkaar ook in het civiele recht achter elkaar aan. Een bemiddelingspoging van een van de leden van de Accountantskamer liep op niets uit.

Vonnis in december.

(Zaaknr. 17/839)

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]   

Gerelateerde artikelen